Diabetes quiz

Quiz DM
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Quiz DM

Slide 1 - Slide

Diabetes mellitus betekent letterlijk:
A
suikerziekte
B
zoete ziekte
C
honing zoete doorstroming

Slide 2 - Quiz

Welke vorm van diabetes komt het meest voor?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2
C
Ze komen even vaak voor

Slide 3 - Quiz

Diabetes type 1 is…
A
De meest voorkomende vorm van diabetes in Nederland
B
Een auto-immuunziekte
C
Een ziekte die te genezen is

Slide 4 - Quiz

Insuline is:
A
Hormoon
B
Een medicijn
C
Een voedingsstof

Slide 5 - Quiz

Bij een hypoglykemie zijn de waarden lager dan:
A
4 mmol/l
B
6 mmol/l
C
10 mmol/l

Slide 6 - Quiz

Diabetes type 2 komt het meest voor bij;
A
Mensen jonger dan 40 jaar
B
Mensen ouder dan 55 jaar
C
Mensen ouder dan 75 jaar

Slide 7 - Quiz

Mevrouw Pietersen is 75 jaar oud en perst elke dag drie sinaasappels uit ‘voor de vitamines.’ Wat zou je haar adviseren?
A
Om twee sinaasappels uit te persen, drie is te veel.
B
Niets, ze is goed bezig. Alles wat je te veel aan vitamines binnenkrijgt, plas je weer uit.
C
Om één sinaasappel te eten, en een glas water erbij te drinken.

Slide 8 - Quiz

Als je diabetes hebt mag je geen alcohol drinken.

A
waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Meneer Janssen heeft diabetes type 2. Hij zit elke avond met zijn buurman en nuttigt dan een aantal biertjes. Wat adviseer je hem qua voeding?
A
Niets, een paar biertjes kan geen kwaad.
B
Ik informeer hem over de extra risico’s van alcohol in relatie tot zijn ziektebeeld
C
alle twee

Slide 10 - Quiz

Als je diabetes hebt en wilt afvallen, helpt het om minder koolhydraten (suiker en zetmeel) te eten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Helpt water drinken bij een hyper?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Verzorgende Marja: ‘Mijn cliënt -mevrouw Berends- is 85 jaar en dolblij met haar dagelijkse koekjes bij de koffie mét suiker. Maar voor haar diabetes is het niet top: soms meet ik een suikerwaarde van 20. Moet ik haar die koekjes afraden?’
A
Ja, want het is blijkbaar ongezond
B
Alleen als mevrouw ook daadwerkelijk last heeft van haar hoge waardes
C
Nee, laat haar lekker genieten

Slide 13 - Quiz

Wat doe je als iemand een hypo heeft en niet meer aanspreekbaar is.
A
De dokter bellen
B
Proberen suikerwater/siroop te geven
C
Afhankelijk van het beleid; Op geleide van de bloedsuiker glucagon injectie geven
D
112 bellen

Slide 14 - Quiz

Wat is een symtpoon van een Hypo?
A
Verhoogde stress
B
Pijn in de voeten bij het stilzitten
C
Zin hebben in lactose producten zoals kaas
D
zweten

Slide 15 - Quiz

Wat helpt NIET bij een hypo?
A
Dextro (Druivensuiker)
B
Glucagon
C
Glucose
D
Insuline

Slide 16 - Quiz

Wat kan een oorzaak van een hypo zijn?
A
Te weinig of anders eten
B
Verkeerd spuiten
C
Teveel sporten
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 17 - Quiz

Wat doe je bij een hypo?
A
glas water geven
B
dextro geven
C
glas ranja geven
D
suikervrij snoepje geven

Slide 18 - Quiz

Symptomen van een Hypo, bij diabeten, zijn:
A
Dorst, beven, slaperigheid
B
Veel plassen, droge mond, moe
C
Zweten, moe, hoofdpijn
D
Honger, veel plassen, slecht zien

Slide 19 - Quiz

een hypo herken je door:
A
moe, vaak plassen
B
dorst en vaak plassen
C
moe, bleek, zweten, hoofdpijn, honger
D
droge tong, vaak plassen

Slide 20 - Quiz

Bij een hyper moet je insuline geven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Een hyper herken je door
A
Moeheid, droge tong en vaak plassen
B
Moeheid en hoofdpijn
C
Bleekheid, zweten en duizeligheid
D
Beven, zweten en moeheid

Slide 22 - Quiz

Wat is je eerste actie tijdens een hyper?
A
Water laten drinken
B
Bloedsuiker meten
C
2-4-6 regel gelijk toepassen
D
Een boterham laten eten

Slide 23 - Quiz

Bij een hyper heb je een
A
Te lage bloedsuiker
B
Te hoge bloedsuiker

Slide 24 - Quiz

Wat is een symtptoon van een Hyper?
A
Spierpijn krijgen in de benen
B
Veel dorst hebben
C
spierpijn krijgen in de armen
D
Moeite in bewegen

Slide 25 - Quiz