Diabetes quiz

Diabetes mellitus betekent letterlijk:
A
suikerziekte
B
zoete ziekte
C
honing zoete doorstroming
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Diabetes mellitus betekent letterlijk:
A
suikerziekte
B
zoete ziekte
C
honing zoete doorstroming

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Welke vorm van diabetes komt het meest voor?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2
C
Ze komen even vaak voor

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Diabetes type 1 is…
A
De meest voorkomende vorm van diabetes in Nederland
B
Een auto-immuunziekte
C
Een ziekte die te genezen is

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De hoofdoorzaak van diabetes type 2 is:
A
Erfelijkheid
B
Een slecht leefpatroon
C
Niet bekend

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Insuline is:
A
Hormoon
B
Een medicijn
C
Een voedingsstof

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Bij een hypoglykemie zijn de waarden lager dan:
A
4 mmol/l
B
6 mmol/l
C
10 mmol/l

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Diabetes type 2 komt het meest voor onder:
A
Mensen jonger dan 40 jaar
B
Mensen ouder dan 55 jaar
C
Mensen ouder dan 75 jaar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het mediterrane en laagkoolhydraat voedingspatroon blijkt gunstig te zijn voor:
A
Diabetesinstelling
B
Hart- en bloedvaten
C
Beide

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waar zit meer koolhydraten in?
A
Eierkoek
B
Volkorenboterham
C
In alle twee even veel

Slide 9 - Quiz

EIerkoek zitten snelle koolhydraten
Volkorenboterham langzamen 
Dus langzame wordt aangeraden 
Mevrouw Pietersen is 75 jaar oud en perst elke dag drie sinaasappels uit ‘voor de vitamines.’ Wat zou je haar adviseren?
A
Om twee sinaasappels uit te persen, drie is te veel.
B
Niets, ze is goed bezig. Alles wat je te veel aan vitamines binnenkrijgt, plas je weer uit.
C
Om één sinaasappel te eten, en een glas water erbij te drinken.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel suikerklontjes zitten er in een glas appelsap (200 ml)?
A
2
B
4
C
6

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Als je diabetes hebt mag je geen alcohol drinken.

A
waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Meneer Janssen heeft diabetes type 2. Hij zakt elke avond door met zijn buurman en wat biertjes. Wat adviseer je hem qua voeding?
A
Niets, een paar biertjes kan geen kwaad.
B
Ik informeer hem over de extra risico’s van alcohol in relatie tot zijn ziektebeeld
C
alle twee

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de bloedsuikerspiegel na het drinken van een biertje?
A
De bloedsuikerspiegel stijgt direct, maar na een paar uur daalt hij weer.
B
De bloedsuikerspiegel daalt, maar na een paar uur stijgt hij.
C
De bloedsuikerspiegel stijgt.
D
De bloedsuikerspiegel daalt.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Als je diabetes hebt en wilt afvallen, helpt het om minder koolhydraten (suiker en zetmeel) te eten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Als je diabetes hebt hoef je niet te letten op het vlees wat je eet, want daar zitten geen koolhydraten in.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Mensen met diabetes hebben vaker dan normaal een hoge bloeddruk. Hoeveel gram zout wordt maximaal aanbevolen, om gezond te blijven?

A
4 gram
B
6 gram
C
8 gram

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Helpt water drinken bij een hyper?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Kan metformine zorgen voor een hypo, als een diabeet het inneemt zonder erbij te eten?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Verzorgende Marja: ‘Mijn cliënt -mevrouw Berends- is 85 jaar en dolblij met haar dagelijkse koekjes bij de koffie mét suiker. Maar voor haar diabetes is het niet top: soms meet ik een suikerwaarde van 20. Moet ik haar die koekjes afraden?’
A
Ja, want het is blijkbaar ongezond
B
Alleen als mevrouw ook daadwerkelijk last heeft van haar hoge waardes
C
Nee, laat haar lekker genieten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Het is noodzakelijk om bij cliënten die 1-maal daags insuline gebruiken, elke dag 4 keer per dag hun glucosewaarden te meten
A
Ja, anders weet je niet wat er gaande is
B
Ja, anders weet je niet wat er gaande is
C
Ja, anders weet je niet wat er gaande is

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

diabetes type 2 ernstige complicaties welke ken je?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

complicaties 
https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/complicaties-van-diabetes


Slide 23 - Slide

This item has no instructions