Risicosignalering

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

Vorige keer hebben we de gouden regels zelf gemaakt met elkaar. Ik stelde de vraag: wat heb jij nodig om tijdens deze les tot leren te komen en je veilig te voelen?
Ik vond dat wel erg prettig dus wil met deze regels de les voortzetten. Verder bedankt voor jullie feedback. De regels als de feedback is waardevol voor mij.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

reactie bij stress:
Vluchten? wat is dat
Bevriezen
Vechten

Vuur: koolmonoxide, hitte, rook (gevaarlijk), gevaarlijke stoffen

Wat te doen bij brand: 
zorg eerst voor je eigen veiligheid!

timer
1:00
Waar denk je aan bij risicosignalering

Slide 6 - Mind map

Vragen wie wat heeft benoemd en waarom? en of iemand een voorbeeld kan opnoemen/toelichten

Slide 7 - Slide


Waarom zouden er bij ouderen meer risico's op de loer liggen?

Wie werkt hier al mee? Wie kan voorbeelden opnoemen?

Checklist waarom?


Slide 8 - Slide

Risicosignalering is het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij je cliënt door de cliëntsituatie voortdurend te monitoren.
Door met kennis van zaken de situatie te bekijken en door de juiste vragen te stellen aan de cliënt. 
De cliënt en zijn familie of mantelzorger worden er nauw bij betrokken.

Wat heb je ervoor nodig?
Kennis en ervaring met zorgproblemen en ziektebeelden
Observeren en signaleren
Gebruik van vragenlijsten 
Nadat je risico’s gesignaleerd hebt, onderneem je, in overleg met de cliënt, actie (opvolging).


Wat is risicosignalering?
timer
0:40
A
Het is in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij een zorgvrager
B
Het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij de zorgvrager die ik vast leg in het zorgleefplan
C
Het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij een zorgvrager die ik vastleg in het zorgpleefplan en waar indien nodig actie op wordt ondernomen
D
Het signaleren van bedrustcomplicaties bij langdurige bedrust

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

timer
1:00
Waarom is risicosignalering belangrijk?

Slide 10 - Mind map

Risicosignalering is een vorm van preventie. Je probeert een probleem te voorkomen of verergering van een probleem tegen te gaan. Hoe eerder je dat doet, hoe beter. Denk bijvoorbeeld aan het risico op vallen bij mensen die slecht ter been zijn, doorligwonden bij bedlegerige mensen of ondervoeding bij mensen met dementie. Als daar niets aan gedaan wordt, leidt dat al snel tot problemen. Daarom is het belangrijk om risico’s in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren. Vervolgens moet je actie ondernemen. Je zet de juiste interventies in om te voorkomen dat een probleem optreedt of verergert. Dit noemen we 'opvolgen
Wanneer doe je aan risicosignalering?
timer
0:40
A
Wanneer een zorgvrager in zorg komt en daarna eens per half jaar
B
Bij een 'niet pluis' gevoel
C
Als je denkt dat een zorgvrager risico dreigt te lopen.
D
Wanneer de gezondheidstoestand van de zorgvrager veranderd

Slide 11 - Quiz

Zorgorganisaties zijn verplicht twee keer per jaar risico’s te signaleren.
Risicosignalering is echter een manier van werken en onderdeel van het zorgproces.
Je doet dus altijd aan risicosignalering!

Slide 12 - Slide

Verkennen: Eerst verken je het (verhoogde) risico dat je hebt opgemerkt samen met de cliënt en eventueel zijn of haar vertegenwoordiger. Wat kan de oorzaak zijn, wil de cliënt hier iets aan doen, wat vindt de cliënt belangrijk?

Slide 13 - Slide

Plannen en doen: Je onderneemt actie om iets aan de risico’s te doen en problemen te voorkomen. Volg het protocol wat jullie organisatie voor dit gezondheidsrisico gebruikt, zo nodig in overleg met de arts of andere disciplines. Samen met de cliënt bepaal je de doelen en de interventies. Dit kunnen praktische handelingen zijn (denk aan wisselligging bij risico op decubitus), maar ook advies en voorlichting geven, motiveren van je cliënt en stimuleren van zijn zelfredzaamheid. Je afspraken en observaties op die afspraken rapporteer je natuurlijk in het zorgdossier.

Slide 14 - Slide

: Evalueer de resultaten met de cliënt(vertegenwoordiger) en de arts en/of andere betrokken professionals. Geef samen antwoord op de vraag: heeft deze extra zorg het gewenste resultaat gegeven? Gaat het goed? Ga, zo nodig, door met de gekozen acties. Kan het (nog) beter? Stel de acties bij om een beter resultaat te bereiken. Plan nogmaals een evaluatiemoment in om te zien of de nieuwe acties het gewenste effect hebben.
Hoe pak je risicosignalering aan?
timer
0:40
A
Signaleren-verkennen-plannen en doen-evalueren en bijstellen
B
verkennen-plannen en doen-evalueren en bijstellen
C
Verkennen-signaleren-plannen en doen - evalueren
D
evalueren - verkennen - plannen en doen - signaleren

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Op welke gebieden signaleer je risico's?
timer
0:40
A
Medicatiegebruik, huidletsel, vallen, incontinentie, depressie, ondervoeding/ overgewicht
B
Ik ben mij op allerlei gebieden bewust van de risico's voor zorgvragers
C
Pijn, medicatie, huidletsel, delier, incontinentie, depressie, ondervoeding/ overgewicht
D
Dit hoort niet bij mijn taken als verzorgende/verpleegkundige

Slide 16 - Quiz

Het staat organisaties vrij hoe zij de risicosignalering en opvolging uitvoeren, als deze maar op een structurele manier en op cliëntniveau plaatsvindt en wordt vastgelegd in het zorgleefplan.

Uitvoering van risicosignalering zal vooral gedaan worden door verpleegkundigen en verzorgenden. De cliënt en zijn familie of mantelzorger worden er nauw bij betrokken. Maar ook helpenden spelen een belangrijke rol: een ‘niet-pluisgevoel’ is vaak de eerste stap om verder te gaan onderzoeken. Schroom dus niet om je gevoel met de zorgcoördinator of EVV’er van die cliënt te bespreken. Ga zo nodig in overleg met de arts of andere disciplines.

Bij de opvolging van risicosignalering speelt iedereen die betrokken is bij de cliënt een rol om de afgesproken acties uit te voeren. 

Slide 17 - Slide

wat is het verschil tussen een delier en dementie

Bij een delier ben je in plotseling in de war. Je vindt het lastig om je aandacht bij dingen te houden. Je gedrag kan veranderen. Je ziet soms ook dingen die er niet zijn en reageert anders dan je normaal doet. Je kunt je angstig voelen en hebt je emoties niet onder controle. Iedereen kan een delier krijgen. Meestal komt het voor bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn.

Slide 18 - Slide

Angst
Onrust
Veranderd gedrag
Wisselend bewustzijn
Moeite met concentratie en aandacht
Hallucinaties
 De symptomen van een delier kunnen erg lijken op die van dementie

Slide 19 - Slide

Plotselinge verwardheid
Bij een delier ben je in plotseling in de war. Je vindt het lastig om je aandacht bij dingen te houden. Je gedrag kan veranderen. Je ziet soms ook dingen die er niet zijn en reageert anders dan je normaal doet. Je kunt je angstig voelen en hebt je emoties niet onder controle. Iedereen kan een delier krijgen. Meestal komt het voor bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn.
 
10-40% >65
Hyperactief delier
Hypoactief delier
gemengde vorm

Chronisch delier:
probleem is niet te behandelen waardoor het delier steeds terug komt.

Het is belangrijk om een delier zo vroegtijdig mogelijk te herkennen. Hieronder een aantal verschijnselen die kunnen wijzen op een beginnende delier 
-> slapeloosheid
-> levendige dromen of nachtmerries
-> illusies
-> korte, maar nog wel te corrigeren, momenten van desoriëntatie
-> moeite met denken
-> rusteloos gevoel
-> angst en onrust
Acuut delier:
duurt maar enkele uren of dagen
Persisterend delier:
duurt weken of zelfs maanden
Terminaal delier:
treedt op vlak voordat iemand overlijdt.
kenmerken zijn: schokken, drang om te bewegen, plukken en kreunen



Slide 20 - Slide

Het is belangrijk te kijken naar alle gebieden die invloed hebben op het probleemgedrag.  CCE expertise over ernstig probleemgedrag bij mensen die langdurig en/of intensieve professionele zorg en ondersteuning nodig hebben.


Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van probleemgedrag?
timer
0:40
A
Cliëntfactoren, zoals gezondheid en mentale toestand
B
Sociale omgeving, zoals interacties met familie en zorgverleners
C
Fysieke omgeving, zoals prikkelrijke of chaotische ruimtes
D
Organisatie, zoals samenwerking binnen zorgteams

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Naast feitelijke oorzaken spelen ook andere aspecten een rol bij het beoordelen van probleemgedrag. Welke factor is hierbij het belangrijkst?
timer
0:40
A
Hoe het probleemgedrag wordt beleefd door betrokkenen
B
De financiële belangen van de zorgorganisatie
C
Het aantal zorgmedewerkers op de afdeling
D
De fysieke omgeving van de client

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

De analyselijst probleemgedrag helpt zorgmedewerkers bij het signaleren en analyseren van probleemgedrag, zodat de vraag voor de arts of psycholoog wordt verduidelijkt. De lijst richt zich op zorg voor mensen met dementie en onbegrepen gedrag. en bestaat uit 8 kernelementen

Slide 24 - Slide

-Kennis van ziektebeelden, symptomen, gevolgen van aandoeningen, medicatie, risico’s.
-Communicatieve vaardigheden.
-Observatievaardigheden.
-Gestructureerd werken (methodisch, planmatig).
-Gebruik maken van meetinstrumenten om te screenen
Kennis van up to date interventies.

Slide 25 - Slide

"Om risicosituaties goed te herkennen en te onderbouwen, gebruiken we signaleringsinstrumenten.. Dit bij iedere zorgprobleem

Slide 26 - Slide


Welke zorgproblemen zie je?

Voeding 
Vallen
Decubitus
Medicatie
psychische problemen
Zelfredzaamheid/zelfzorg

Moeheid/duizelig
eenzaamheid
contact familie




Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions