Hoofdstuk 5 herhaling 2

Deze les:

  • Welkom
  • Oefenen met toetsvragen
  • Herhaling: Hoe werkt het leenstelsel?
  • Afsluiten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Deze les:

  • Welkom
  • Oefenen met toetsvragen
  • Herhaling: Hoe werkt het leenstelsel?
  • Afsluiten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het rijk van Karel de Grote was te groot. Daarom bedenkt hij het leenstelsel (feodalisme) om zijn rijk te besturen:  de koning (leenheer) leent een gebied aan iemand van adel (leenman). Deze bestuurd het namens de koning.

Feodum = Leen (Latijn)

Slide 7 - Slide

De koning was ver weg, daarom gedroegen veel leenmannen zich alsof ze zelf koning waren.

Karel moest veel rondreizen om zijn leenmannen te controleren.

Zijn opvolgers deden
dit niet.

Slide 8 - Slide

Leg uit waarom Karel de Grote koos voor het leenstelsel om zijn rijk te besturen.

Slide 9 - Open question

In het leenstelsel leende Karel de Grote een stuk grond uit aan een leenman om dit namens hem te besturen.

Hij deed dit omdat zijn rijk te groot was om in zijn eentje te besturen.

Dus daarom koos Karel voor het leenstelsel om zijn rijk te besturen.

Slide 10 - Slide

Verklaar waarom het leenstelsel de macht van een vorst kon versterken, maar op de lange duur ook kon verminderen.

Slide 11 - Open question

In het leenstelsel leende Karel de Grote een stuk grond uit aan een leenman om dit namens hem te besturen.

Het leenstelsel kon de macht van de vorst versterken, want een groot rijk kon nu toch goed bestuurd worden.
De macht van de vorst kon ook verminderen, want leenmannen gingen zich zelf steeds meer als vorst gedragen

Dus daarom kon het leenstelsel de macht van de vorst versterken, maar ook verminderen.

Slide 12 - Slide