4.4a | Eenheden van inhoud | ALDJ

    Welkom bij wiskunde!
Vandaag  Eenheden van inhoud
Pak je leerboek, werkboek en schrift.
Verbind je met de      LessonUp via LessonUp.app.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

    Welkom bij wiskunde!
Vandaag  Eenheden van inhoud
Pak je leerboek, werkboek en schrift.
Verbind je met de      LessonUp via LessonUp.app.

Slide 1 - Slide

uitleg 
opdracht 
  lesprogramma
Oppervlaktes van driehoeken
Maatkaart
Eenheden van inhoud
nakijken 
Inhoudseenheden omrekenen
aan de slag 

Slide 2 - Slide

Nakijken
Huiswerkopdrachten 36 en 38
leerboek p. 151
šŸ“–
werkboek
p. 24
šŸ“˜

Slide 3 - Slide

Huiswerkopdracht 36
nakijken 
leerboek p. 151

Slide 4 - Slide

Huiswerkopdracht 36
nakijken 
leerboek p. 151

Slide 5 - Slide

Opdracht
Maatkaart
šŸ§¾
maatkaart

Slide 6 - Slide


Maatkaart
opdracht 
Achterin je werkboek vind je een maatkaart. Aan de ene kant zie je omrekenschema's, aan de andere kant zie je een maatbeker met eenheden van inhoud.
Van welke grootheden zijn die omrekenschema's?
A
km - hm - dam - m - dm - cm - mm
B
lengte, oppervlakte en inhoud
C
eenheden van lengte
D
gewicht, snelheid en temperatuur

Slide 7 - Quiz

Op de maatkaart zie je dat    liter (L) evenveel is als 12   centiliter (cL).
Zet de bordjes die bij elkaar horen bij elkaar.
ā€‹8ā€‹ā€‹1ā€‹ā€‹
ā€‹2ā€‹ā€‹1ā€‹ā€‹
250 mL
0,9 L
7   dL
  L
1,25 dL
50 mL
60 cL
ā€‹8ā€‹ā€‹1ā€‹ā€‹
ā€‹2ā€‹ā€‹1ā€‹ā€‹
Maatkaart
opdracht 
12,5 cL
25 cL
900 mL
750 mL
0,05 L
125 mL
6 dL

Slide 8 - Drag question


Maatkaart
opdracht 
Gebruik je maatkaart. 3 dL = 300 mL = 0,3 L.
Vul op eenzelfde manier onderstaande combinatie aan:
3 dL = ... mL = ... L
A
3 dL = 300 mL = 0,3 L
B
3 dL = 30 mL = 0,3 L
C
3 dL = 30 cL = 0,03 L
D
3 dL = 300 mL = 3 L

Slide 9 - Quiz


Maatkaart
opdracht 
Gebruik je maatkaart. 3 dL = 300 mL = 0,3 L.
Vul op eenzelfde manier onderstaande combinatie aan:
7,5 dL = ... mL = ... L
A
7,5 dL = 750 mL = 7,5 L
B
7,5 dL = 75 mL = 0,075 L
C
7,5 dL = 750 mL = 0,75 L
D
7,5 dL = 75 cL = 750 mL

Slide 10 - Quiz


Maatkaart
opdracht 
Gebruik je maatkaart. 3 dL = 300 mL = 0,3 L.
Vul op eenzelfde manier onderstaande combinatie aan:
1,25 dL = ... mL = ... L
A
1,25 dL = 12,5 cL = 125 L
B
1,25 dL = 125 mL = 0,125 L
C
1,25 dL = 1,25 mL = 0,125 L
D
1,25 dL = 12,5 cL = 0,125 L

Slide 11 - Quiz


Maatkaart
opdracht 
Gebruik je maatkaart. 3 dL = 300 mL = 0,3 L.
Vul op eenzelfde manier onderstaande combinatie aan:
25 cL = ... L
A
0,25 L
B
2,5 L
C
0,025 L
D
25 L

Slide 12 - Quiz

Uitleg
Inhoudseenheden omrekenen

Slide 13 - Slide

leerdoelen 
Wat leer je deze les?

  Je weet het omrekenschema van inhoudseenheden 
  uit je hoofd.
  Je weet hoe je inhoudseenheden kunt omrekenen
  (met behulp van de maatkaart).

Slide 14 - Slide

Inhoudseenheden omrekenen
uitleg 
...

Slide 15 - Slide

aan de slag! 
WAT
HOE
HULP
TIJD
RESULTAAT
Maak opdracht 46, 47, 48 en 49 van paragraaf 4.4 (leerboek p. 155).
Zelfstandig. Maak de opdrachten in je schrift.
Gebruik het theorieblok "Eenheden van inhoud" (leerboek p. 154-155)
en de omrekenschema's op je maatkaart.
15 minuten
Je kunt eenheden van inhoud omrekenen.

Slide 16 - Slide

leerdoelen 
Wat leer je deze les?

  Je weet het omrekenschema van inhoudseenheden 
  uit je hoofd.
  Je weet hoe je inhoudseenheden kunt omrekenen
  (met behulp van de maatkaart).

Slide 17 - Slide

Huiswerk voor volgende les
Maak opdracht 46, 47, 48 en 49 van
paragraaf 4.4 (leerboek p. 155).
Volgende les
Rekenen met inhoudseenheden

Slide 18 - Slide