HORECA - Warenkennis 1 Fruit

Fruit 
FRUIT= een eetbare vrucht van een plant of boom.

  1. Zacht fruit
  2. Hard fruit
  3. Steenfruit
  4. Tropisch fruit 
  5. Citrusvruchten 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Fruit 
FRUIT= een eetbare vrucht van een plant of boom.

  1. Zacht fruit
  2. Hard fruit
  3. Steenfruit
  4. Tropisch fruit 
  5. Citrusvruchten 

Slide 1 - Slide

Verschijningsvormen?
Kwaliteit?

Slide 2 - Slide

Tropisch fruit
  • Exotische vruchten
  •  Kwetsbaar (lange reis)
  • Bijzondere soorten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Citrus 
  • Saphoudende blaasjes
  • Segmenten/partjes
  • Gewaxte schil 
  • Zeer veelzijdig 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hard fruit 
  • Groeit aan bomen
  •  Klokhuis + zaden/pitjes
  • Appel/Peer en Kwee

Slide 7 - Slide

  • Familie van de roos
  • Hard en zuur (niet rauw)
  • Jam, wijn, taarten enz. 

Slide 8 - Slide

Zacht fruit
  • Geen duidelijke schil of vlies
  • Alle soorten bessen
  • Verschillende soorten aardbeien en meloenen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Steenfruit
  • Een harde, enkele pit in de vrucht.
  • In de pit zit het zaadje 
  • Olijf
  • Abrikoos, Perzik of Nectarine? 

Slide 11 - Slide

Filmpies...

Slide 12 - Slide