Les 9: 1.4 Arm in de Gouden Eeuw

De Gouden Eeuw


1.4 Arm in de Gouden Eeuw
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De Gouden Eeuw


1.4 Arm in de Gouden Eeuw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
0. Spullen: boeken, schrift, pen.
1. Quiz
2. Zelfstandig lezen + leerdoel maken
3. Uitleg + leerdoel maken
4. Vaardigheidsstencil + werkboek (4 vr)
5. Tijd over? Quiz

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort huizen stonden er aan de grachten?
A
Pakhuizen
B
Winkels
C
Polders
D
Woonhuizen (woningen)

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Gouden Eeuw?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wie hadden er al handel met Azië?
A
Spanje
B
Portugal
C
Frankrijk
D
Engeland

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarom werd 1672 het rampjaar genoemd?
A
Johan de Witt werd vermoord
B
De Republiek werd aangevallen
C
Er was niet genoeg eten
D
Johan van Oldebarnevelt werd vermoord

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Melkproducten

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1600
B
1601
C
1602
D
1603

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welk bestuur nam de beslissingen voor alle gewesten in de Republiek?
A
Gewestelijke Staten
B
Staten-Generaal

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De stadhouder was opperbevelhebber van het leger en de vloot
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Stadhouder Maurits van Oranje wilde tijdens het Twaalfjarig Bestand een groot en sterk leger behouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

LEERDOELEN

A> Zet de standen ('rangen) in de Gouden Eeuw in een sociale piramide.
B> Op welke vier plaatsen konden arme mensen hulp halen?
C> Waar werden arme mannen en vrouwen opgesloten en wat moesten ze daar doen?



Slide 13 - Slide

Leg uit hoe de vragen beantwoord moeten worden.
'Een stadstaat is ....'
'De Grieken stichtten koloniën omdat...'
Regenten
en vorsten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig lezen
In stilte
1.4 alinea 1 'niet iedereen was rijk'

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Maak leerdoel A
Teken nu een sociale ladder uit.
Dit is een piramide met de lagen van de samenleving verdeeld in welvaart en invloed. (Rijken bovenaan)

A/ Verdeel de piramide in 4 lagen en zet de juiste namen op de juiste plek. De onderste laag is niet genoemd in alinea 1.
 Bedenk zelf wie dit kunnen zijn.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Staten-Generaal
1. Zeeland
2.  Holland
3. Utrecht
4. Gelderland
5. Overijssel
6. Groningen
7. Friesland
Regenten
17e eeuw:

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Iemand kon in de Gouden Eeuw voor armenzorg aankloppen:

  1. Bij de kerk
  2. Bij rijke burgers
  3. Bij de stadsoverheid
  4. Bij de gilden
    (gilde = vereniging van een bepaald beroep:
    bv schoenmakersgilde)



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De armenzorg leverde meestal net genoeg voedsel op om niet van de honger te sterven. Wie arm was en meer wilde moest gaan stelen of bedelen. Beide waren verboden en mensen werden dan soms opgesloten in het rasphuis (M) of spinhuis (V).

Wel eens gehoord van de uitdrukking pompen of verzuipen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maak leerdoel B en C

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheid (klas 1):
Historische Bronnen

Een vorm van informatie over de geschiedenis, uit het verleden, noemen we een bron. Bijvoorbeeld een oud boek, hiëroglyfen op een zuil, voorwerp of een dagboek.

Wil je iets over geschiedenis weten, dan moet je kijken of een bron betrouwbaar is. Hoe weet je of een bron betrouwbaar is?

Slide 22 - Slide

Stel de vraag aan de klas
Was het plaatje op de vorige slide een historische bron?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een bron?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een bron?
Dit is een nagemaakte
Domtoren uit Utrecht, in
moderne tijd nagemaakt
in Japan.
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een bron?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een bron?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Vaardigheid (klas 1): Oorzaak/Gevolg/Aanleiding

Oorzaak:geeft aan waarom of waardoor iets
gebeurd.
Gevolg: datgene dat gebeurd na de oorzaak.
Aanleiding: is de belangrijkste oorzaak voor een
gebeurtenis

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak
Gevolg
Aanleiding
Cornelis Houtman ontdekt een zeeroute naar Indië
De Republiek wordt een rijk handelsland
In Indië wordt nootmuskaat en peper ingekocht.

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Vaardigheid (klas 1):
 Feiten en meningen

Feit: Iets waar we bewijzen voor hebben.
> De Republiek is gesticht in 1581 met de afscheiding van het Spaanse Rijk.
Mening: Iets wat iemand vindt;
 en waar wel of geen bewijzen voor hoeven te zijn.
> De cultuur van de Republiek is beter dan die van tegenwoordig.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheid (klas 2):
Beschrijvende en verklarende vragen

Beschrijvende en verklarende vragen zijn vragen die je kunt stellen bij een bron.

Beschrijvende vraag: Legt uit hoe iets vroeger was.
Verklarende vraag: Legt uit waarom iets vroeger was.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Beschrijvende Vragen:
  • Wat was de hoofdstad van de Nederlandse Republiek in de 17e eeuw?
  • Wie was de leider van de Nederlandse opstand tegen Spanje?
  • Wanneer werd de Vrede van Münster ondertekend?

Verklarende Vragen:
  • Waarom leidde de val van Antwerpen tot de opkomst van Amsterdam als handelscentrum?
  • Hoe heeft de Gouden Eeuw bijgedragen aan de culturele ontwikkeling van Nederland?
  • Waarom werd de Acte van Verlatinghe in 1581 opgesteld door de Nederlandse provincies?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Maken: vaardigheidsstencil en werkboek
Maak de vaardigheidsoefeningen die de docent uitdeelt (stencil).

Klaar?
Maak werkboek p1.4 vanaf blz 22
 opdr 3, 4, 5, 6 en 8.

Klaar? Haal nakijkformulieren op en controleer je antwoorden.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Plaats de onderstaande
bestuursorganen op de goede plek:
Stadhouder
Regenten
Staten-Generaal
Raadspensionaris

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

Wat vervoeren de mannen van de VOC
A
Slaven, wapens en suiker
B
Tabak, Thee en koffie
C
Peper, kruidnagel en nootmuskaat
D
Hout, teer en graan

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat vervoeren de mannen van de WIC
A
Wapens, tabak en slaven
B
Suiker, zilver en edelstenen
C
Hout, graan en teer
D
Thee, koffie en suiker

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Waarom zijn de routes van de WIC veel riskanter dan die van VOC?
A
De weg van de WIC is veel langer dan die van de VOC
B
De VOC was beter bewapend dan de WIC
C
Nederland heeft meer concurrenten langs de routes van de WIC
D
Mensen wilden liever bij de VOC dan bij de WIC

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor type mensen kochten vooral de grote grachtenpanden in Amsterdam?
A
Mensen van adel
B
Handelaren
C
Buitenlandse investeerders
D
Groepen arbeiders die het samen kochten

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de volgende beroepen naar de goede categorie:
1. Winkelier
2. Regent
3. Advocaat
4. Stadhouder
5. Handelaar
6. Raadspensionaris
7. Ambachtsliederen
8. Bankier

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Hoe heet de gevangenis waar de mannen worden ondergebracht?
A
Spinhuis
B
Tuchthuis
C
Rasphuis
D
Slagershuis

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de gevangenis waar de vrouwen worden ondergebracht?
A
Spinhuis
B
Tuchthuis
C
Rasphuis
D
Slagershuis

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions