Debat les 2

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas

Slide 1 - Slide

Periode 2: Pitch en debat
-Tweetallen: één onderwerp, de één is voor, de ander is tegen.
-Halve klassen
1. Elevator pitch ( 2 x 1 min. 30)
2. Eén op één debat (1 x, 4 min 30)
3. Groepsdebat (circa 8 x)

Slide 2 - Slide

De pitch, een voorbeeld
'Bewijs het onbewijsbare'
Let op: opbouw van de pitch (4 fasen)

Slide 3 - Slide

Stelling: 
Eén op de miljoen sigaretten moet een zwaar explosief bevatten

Slide 4 - Slide

Opbouw pitch
1. Opening, inleiding
2. Aankondiging ('talk your walk'); labels van argumenten
3. Uitwerking van de argumenten
4. Afsluiting + uitsmijter

Slide 5 - Slide

Een goede pitch
-Tijdnood
-Voorbereiding
-Structuur
-Overtuigend
-Uit het hoofd

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Les 2 Debat

Slide 8 - Slide

Debat
-Vaste rollen
-Team
-Afspraken

Slide 9 - Slide

Stelling:
'Middelbare scholen moeten in het examenjaar geen enkele les meer verplicht stellen'

Slide 10 - Slide

Stelling:
'Hoogopgeleiden moeten subsidie krijgen om zich eerder en vaker voort te planten'

Slide 11 - Slide

Debat
Twee teams
Pas gaan zitten als je wat gezegd hebt
Claim: een argument
Denkstap: argument + 'want', 'dus', 'daarom', 'omdat' enz

Slide 12 - Slide

Wat is nou een debat?
-Discussie met regels, bedoeld voor de derde partij
                     -spreken via de voorzitter
                     -geef aan als je iets wilt zeggen
                     -een 'beurt' duurt maximaal 30 seconden
                     -er is één iemand aan het woord
-Een goed debat is boeiend, interactief, met goede argumenten


Slide 13 - Slide

De vorm
2 x pitch (voor en tegen)
1 op 1 debat
Opening groepsdebat: een andere spreker: 
Slotspeech: pitcher

Slide 14 - Slide

Labels
1. Een argument van de tegenstander weerleggen
2. Een nieuw argument inbrengen
3. Een argument van de eigen partij ondersteunen, aanvullen

Slide 15 - Slide

Slotspeech
1. Je somt de argumenten van jouw partij op, mét labels
2. Je legt uit hoe die argumenten het debat hebben overleefd
3. Som de argumenten van de tegenstander op, mét labels
4. Leg uit hoe die argumenten zijn gesneuveld

Slide 16 - Slide

Tips voor de slotspeech
Do's: 
          -Maak het debat overzichtelijk, gebruik labels
          -Ga altijd in op wat de tegenpartij heeft gezegd
Don'ts;
          -Geen nieuwe argumenten en weerleggingen

Slide 17 - Slide

Een stelling voorbereiden: 'SPIN'
Voorstanders:
Stelling: lees ieder woord van de stelling
Probleem: wat is er nu mis, waarom is dat ernstig?
Ingreep: hoe gaat het werken, waarom wordt het probleem nu minder?
Nadelen: wat zijn de grote voordelen en de kleine nadelen?

Slide 18 - Slide

Tegenstanders
Stelling: lees ieder woord van de stelling
Probleem: is er wel iets mis, is het wel zo ernstig?
Ingreep: waarom gaat het niet werken, wordt het probleem niet minder?
Nadelen: wat zijn de grote nadelen, kleine voordelen?

Slide 19 - Slide

Tegenstanders
Stelling: lees ieder woord van de stelling
Probleem: is er wel iets mis, is het wel zo ernstig?
Ingreep: waarom gaat het niet werken, wordt het probleem niet minder?
Nadelen: wat zijn de grote nadelen, kleine voordelen?

Slide 20 - Slide

Stelling:
'De overheid moet vondelingenluiken plaatsen waar baby's anoniem achtergelaten kunnen worden'

Spin voor
Spin tegen

Slide 21 - Slide

Stelling:
'Muziek met vrouwonvriendelijke teksten zou moeten worden geweerd van de sociale media'

Slide 22 - Slide

Stelling:
'Sociale media hebben jongeren meer kwaad dan goed gedaan'

Slide 23 - Slide

Les 3 Debat

Slide 24 - Slide

De fasen in het debat (1 op 1 én groepsdebat)
1. De opzetbeurt/eerste verweer
          'Strike a first blow'!
          Tip: hanteer het SPIN-model. 
          Wijs iemand aan
2. Vrije fase
          Reactie(s) op de opzetbeurt/verweerbeurt. Gebruik labels.
3. Slotspeech (zie vorige les); 'waarom hebben wij/heb ik het debat    
     gewonnen?'

Slide 25 - Slide

Veelgemaakte fouten:
-'Het is tegen de grondwet'
-'Het is goed/slecht voor de economie/werkgelegenheid'
-'Wat is jullie bron?'
-'Nederland is een vrij land'
-'Maar mijn opa'

Slide 26 - Slide

Stelling:
'Dierenartsen in arme wijken zouden betaald moeten worden met belastinggeld.'

Vul in: het SPIN-model

Slide 27 - Slide

Stelling:
'Binnensteden moeten ontoegankelijk worden voor auto's'
Vul in: het SPIN-model

Slide 28 - Slide


Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question


A

Slide 31 - Quiz


A

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Mind map