De 7 universele Micro Expressies

De 7 universele Micro Expressies
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De 7 universele Micro Expressies

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les kun je...
  • de gezichtsspieren benoemen die betrokken zijn bij het uitdrukken van verschillende emoties.
  • de specifieke gezichtsuitdrukkingen herkennen die geassocieerd worden met basisemoties zoals blijdschap, boosheid, verdriet, minachting en angst.
  • de fysieke veranderingen in het gezicht beschrijven die optreden bij het ervaren van deze emoties.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over gezichtsuitdrukkingen en emoties?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Gezichtsspieren en emoties
  • Zygomatic major: spier die betrokken is bij het optrekken van de mondhoeken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Specifieke gezichtsuitdrukkingen per emotie
  • Blijdschap: wangen omhoog, mondhoeken omhoog of opzij, mond kan openen.
  • Boosheid: wenkbrauwen omlaag, oogleden omhoog, lippen samengeperst, soms kin naar voren.
  • Verdriet: omhooggaande wenkbrauwen, omhooggaande bovenste oogleden, gerimpelde neus.
  • Minachting: buitenkant van een mondhoek omhoog.
  • Angst: gespannen mond, wijd open starende ogen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Fysieke kenmerken van emoties in het gezicht
  • Gezichtsuitdrukkingen: zichtbare veranderingen in het gezicht die een emotie weergeven.
  • Basisemoties: fundamentele emoties die universeel herkenbaar zijn, zoals blijdschap, boosheid, verdriet, minachting en angst.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
  • Zygomatic major: spier die betrokken is bij het optrekken van de mondhoeken.
  • Gezichtsuitdrukkingen: zichtbare veranderingen in het gezicht die een emotie weergeven.
  • Basisemoties: fundamentele emoties die universeel herkenbaar zijn, zoals blijdschap, boosheid, verdriet, minachting en angst.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 8 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 9 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 10 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.