Schrijf 3 dingen op die je lastig vind (basisstof 1 tot 8)
Slide 3 - Slide
leerstof proefwerk
Heel hoofdstuk 1 (Basistof 1-8)
vooral dikgedrukte woorden zijn belangrijk
oefenen met de opdrachten
Leerdoelen begin basisstof goed gebruiken
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
1 stofwisseling
Stofwisseling: Omzetten van stoffen in andere stoffen, alle cellen van alle organismen kunnen dit.
voorbeeld: water + koolstofdioxide + energie → glucose + zuurstof
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
formule verbranding
brandstof+ zuurstof = water + CO2 + energie
Slide 8 - Slide
Voedingsstof aantonen
Indicator
Met een indicator kun je een stof aantonen.
Voorbeeld Jodiumoplossing toont zetmeel aan.
Slide 9 - Slide
Hoe komt lucht in je longen?
Eerst komt de lucht in je neusholte of mondholte.
Via de keelholte komt de lucht in je luchtpijp. In de wand van de luchtpijp zitten ringen kraakbeen.
De luchtpijp splitst zich in twee luchtpijptakken, de bronchiën.
In de longen verdeelt elke bronchie zich in kleinere buisjes, de luchtpijptakjes.
Aan het einde van de luchtpijptakjes zitten de longblaasjes.
Slide 10 - Slide
Ademhalen
Slide 11 - Slide
Waarom moet je ademhalen door je neus?
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
Slijmcellen -> maakt lucht vochtig en stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken.
Slide 12 - Slide
Borstademhaling:
ademhaling waarbij de ribben en het borstbeen bewegen
Slide 13 - Slide
Buikademhaling: ademhaling waarbij het middenrif en de buikwand bewegen
Slide 14 - Slide
Buikademhaling
Slide 15 - Slide
Borstademhaling
Slide 16 - Slide
Longziektes
Hooikoorts astma COPD
Slide 17 - Slide
Verbrandingsproducten roken
Nicotine
Veroorzaakt verslaving
Teer
Werkt trilharen in luchtpijp/longen tegen
Veroorzaakt rokershoest
Kankerverwekkend
Koofstofdioxide (CO2)
Koolstofmono-oxide (CO)
Giftig en geurloos
neemt plek in van O2
Dodelijk
Fijnstof
Schade aanrichten
Slide 18 - Slide
Insecten
Stigma's: openingen in het lichaam
Door een pompende beweging te maken met het achterlijf
Lucht komt terecht in het tracheeënstelsel
Slide 19 - Slide
Vogels
Longen zonder longblaasjes
- de longen bewegen niet
En luchtzakken
- luchtzakken bewegen wel
Slide 20 - Slide
Koudbloedig & warmbloedig
warmbloedig = constante lichaamstemperatuur
koudbloedig= wisselende lichaamstemperatuur
Hoe hoger de lichaamstemperatuur hoe meer verbranding
Want een koudbloedig dier kan ook in een warme omgeving zijn, op dat moment is zijn lichaamstemperatuur ook 'warm' (hoog).
Warmbloedige dieren houden hun lichaams temperatuur altijd even hoog ongeacht de buiten temperatuur.
bijv: wij mensen houden onze lichaamstemperatuur constant rond de 37 graden ook al is het koud in onze omgeving.
Koudbloedige dieren hebben een wisselende lichaamstemperatuur, Bij deze dieren is de lichaamstemperatuur ongeveer gelijk aan hun omgeving.
bijv: als het buiten 3 graden is heeft de kikker een lichaams temperatuur van 3 graden. Als het 26 graden is zijn zijn omgeving zal zijn lichaamstemperatuur ook 26 graden zijn.
Slide 21 - Slide
In tweetallen
Hoe: In tweetalen
nodig: Boek en je schrift
Wat: Je gaat de leerdoelen aan het begin van elke basisstof beantwoorden.
Als je vragen hebt of klaar bent steek je je hand op.