30. Thema 4, week 2 Les 6a bewegen sport en spel

1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel


Ik weet wat de woorden betekenen die ik vandaag leer.

Slide 2 - Slide

luister naar het verhaal

Slide 3 - Slide

afmatten
(matte af, is afgemat)
ervoor zorgen
  dat iemand heel moe wordt.

Wij zijn helemaal afgemat door de gymleraar, want wij  deden de piepjestest.

Slide 4 - Slide

behendig
vlug en handig.

Nasser El Hajoui is heel behendig met een voetbal.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

binnenstormen
(stormde binnen, is binnengestormd)
met veel vaart
  binnenkomen.

Ze waren zo enthousiast zodat ze allemaal tegelijk het huis binnenstormden.

Slide 7 - Slide

buitenspel staan
het staan van een plek
  waar je volgens de spelregels niet mag staan
  als je de bal aangespeeld krijgt. 


Het doelpunt werd afgekeurd want nummer 9 stond buitenspel.

Slide 8 - Slide

de competitie
(twee competities)
 serie van wedstrijden met één winnaar.

De eredivisie bij het voetbal is ook een competitie. Aan het einde van het seizoen weten wij wie de winnaar is.

Slide 9 - Slide

het duel
(twee duels)
 een strijd tussen
  twee mensen of twee groepen.

De ridders vochten tegen elkaar in een spannend duel.

Slide 10 - Slide

het eindklassement
(twee eindklassementen)

  waarop in volgorde staat wie gewonnen
  heeft en wie niet.


In het eindklassement van de Formule 1 stond Max






Nederlandse Max Verstappen op de 4e plaats.

Verstappen op de eerste plaats.






Nederlandse Max Verstappen op de 4e plaats.

Slide 11 - Slide

fysiek

wat met je lichaam te maken heeft.

Hoe krijg jij een betere fysieke conditie?


Slide 12 - Slide

de hooligan
supporter die relletjes schopt en geweld pleegt bij wedstrijden.

De wedstrijd werd gestaakt, omdat hooligans de wedstrijd verstoorden.


Slide 13 - Slide

de krachtmeting
(twee krachtmetingen)

een test wie het
  sterkste is .

In deze krachtmeting was er uiteindelijk geen winnaar.


Slide 14 - Slide

het tenue
(twee tenues)

kleren die
  worden gedragen door een groep mensen,
  bijvoorbeeld een voetbalteam.


Dit is het tenue van het Nederlands elftal.

Slide 15 - Slide

uitputten
(putte uit, heeft uitgeput)
moe maken.
Een ander woord voor afmatten.

Helemaal uitgeput bereikte de sporter de finish van de marathon.

Slide 16 - Slide

TAAL

 Thema 4, week 2
Les 6a

Opgave 1 e

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link