Engels - vraagwoorden

Engels

Vraagwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Engels

Vraagwoorden

Slide 1 - Slide

Good morning BB2
Start je Chromebook op 
Pak je Engels boekje en je schrijfspullen

Wat gaan we deze les doen?
- herhalen this, that, these, those
- uitleg vraagwoorden + oefenen
- zelfstandig oefenen
- woordjes oefenen (klassikaal)
 

Slide 2 - Slide

Weet je het nog?

Slide 3 - Slide

Wat gaan we leren deze les?
Om feiten te vragen, kun je verschillende woorden gebruiken in het Engels. 

Je kent aan het einde van de les de betekenis van onderstaande vraagwoorden en je kunt ze toepassen. 


Where, What, How, Why, Which & When

Slide 4 - Slide

Engels
Nederlands
Where
What
How
Why
Which
When

Slide 5 - Slide

Vul in...

... are you?
A
Where
B
What
C
Which
D
Why

Slide 6 - Quiz

Vul in...

... is David saying?

A
How
B
Where
C
What
D
Which

Slide 7 - Quiz

Vul in...

... was the girl crying?
A
Why
B
How
C
What
D
Which

Slide 8 - Quiz

Vul in...

... color do you prefer?
A
Who
B
Which
C
What
D
How

Slide 9 - Quiz

Vul in...

... am I going to finish all this work?
A
What
B
Witch
C
How

Slide 10 - Quiz

Vul in...

... do the stores open in the morning?
A
When
B
How
C
Which

Slide 11 - Quiz

Aan de slag!
Je gaat werken aan het werkblad dat je van me krijgt. 

Klaar?
- ga aan de slag met de woordzoeker

timer
10:00

Slide 12 - Slide