2.3: onrust in de Nederlanden

2.3: onrust in de Nederlanden
Waardoor ontstond er in de 16e eeuw grote onrust in de Nederlanden?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.3: onrust in de Nederlanden
Waardoor ontstond er in de 16e eeuw grote onrust in de Nederlanden?

Slide 1 - Slide

Wat weten jullie nog van vorige les?

Slide 2 - Mind map

Wat weet je over de oorzaken van de onrust in de Nederlanden? (denk aan vorige les)

Slide 3 - Open question

Wie was er aan het begin van de 16e eeuw heerser over de Nederlanden?

Slide 4 - Open question

Waar was deze persoon o.a. nog meer heerser van?

Slide 5 - Open question

De Nederlanden onder Karel V
1515: Karel V wordt landsheer van de Nederlanden

Karel V breidde zijn gebieden uit door gebieden te kopen en te veroveren.

Nederlanden vormden geen eenheid -> 17 gewesten met eigen regels en gewoonten.  Steden en gewesten hadden ook privileges = speciaal recht van persoon, stad of gewest dat ze kregen van de landheer.

Als de landheer geld nodig had moest deze onderhandelen over belastingen met de afzonderlijke staten, dit gebeurde in de gewestelijke staten.

Slide 6 - Slide

Als de landsheer de oude privileges respecteerde of nieuwe gaf waren de staten bereid akkoord te gaan.

Karel V vanwege enorme gebied niet altijd in Nederlanden --> vertegenwoordigen door Landvoogd(es), binnen ieder gewest wees hij een Stadhouder aan als zijn plaatsvervanger.

Alle gewesten eigen regels/ privileges -> maakt besturen ingewikkeld -> oplossing: Centralisatie: Nederlanden  bestuurd vanuit Brussel door ambtenaren uit de burgerij die  gestudeerd hadden.

Wanneer Karel geld nodig had riep hij de Staten- Generaal bij elkaar: vergadering met vertegenwoordigers vanuit ieder gewest.

Centralisatie beperkte de zelfstandigheid, invloed, aanzien en privileges van zowel gewesten, steden en adel.

Slide 7 - Slide

Bestond Nederland al als 1 staat? leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open question

Hoe noem je de vertegenwoordiger van van Karel V binnen de Nederlanden?
A
Landvoogd(es)
B
Stadhouder
C
Ambtenaar
D
Edelman

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je de plaatsvervanger van Karel V binnen een gewest?
A
Landvoogd(es)
B
Stadhouder
C
Ambtenaar
D
Edelman

Slide 10 - Quiz

Was was een 'gewest'?

Slide 11 - Open question

Waarom waren zowel adel, steden als gewesten niet blij met de centralisatie- politiek van Karel V?

Slide 12 - Open question

De strijd tegen ketters
Karel overtuigd Katholiek, alle onderdanen moesten katholiek zijn.

Plakkaten tegen protestanten (Ketters = iemand die zich niet houdt aan de officiële leer en regels van het geloof

1550: Bloedplakkaat: Protestanten op brandstafel/ onthoofd/ levend begraven. 

Stadsbesturen vonden bloedplakkaat te streng en hielden zich er niet aan. 

Slide 13 - Slide

Filips II
1555: Karel V treedt af, Filips II neemt het over. 

1559: Filips vertrekt naar Spanje, wijst halfzus Margaretha van Parma aan als landvoogdes. 

Filips II eiste dat bloedplakkaat werd gehandhaafd + verbood Margaretha de Staten Generaal bijeen te roepen.

Vervolging door Ketters door inquisitie riep grote verontwaardiging op.
=> ONRUST!

Slide 14 - Slide

Smeekschrift der edelen
1566: Groep edelen komt in actie -> tocht naar Margaretha van Parma in Brussel.

Aanbieden smeekschrift: Verzoek om inquisitie te beperken, wanneer er niet werd gedaan: opstand van het volk.

Margaretha schrok, zou boodschap over brengen naar Filips II

Slide 15 - Slide

Waardoor ontstond er in de 16e eeuw grote onrust in de Nederlanden?

Slide 16 - Open question

Belangrijke gebeurtenissen
- 1515: Karel V landheer van de Nederlanden
- 1550: Bloedplakkaat
- 1555: Karel V treedt af, Filips II neemt het over
- 1559: Filips II verlaat Nederlanden, Margaretha van Parma wordt landvoogdes
- 1566: Smeekschrift der Edelen

Slide 17 - Slide

Belangrijke personen
- Karel V
- Filips II
- Margaretha van Parma
- Johannes Calvijn
- Maarten Luther

Slide 18 - Slide

Belangrijke begrippen
  • Centralisatie
  • Gewesten
  • Privileges
  • Gewestelijke staten
  • Staten Generaal
  • Landvoogd
  • Stadhouder
  • Ketters
  • Inquisitie

Slide 19 - Slide