What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Volgorde van zinnen
De basis van een zin
1= wie of wat (onderwerp)
2= doet, doen (het werkwoord)
3= extra informatie
1
2
3
Ik
ga
naar school.
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
ISK
This lesson contains
13 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De basis van een zin
1= wie of wat (onderwerp)
2= doet, doen (het werkwoord)
3= extra informatie
1
2
3
Ik
ga
naar school.
Slide 1 - Slide
1. wie of wat
Onderwerp: wie of wat
Wie:
Mijn tante
woont in Amsterdam.
Wat:
De school
is in Amstelveen.
Slide 2 - Slide
Een werkwoord
Gaat over een actie; iets wat je of iemand doet.
Slide 3 - Slide
1. Jan
loopt
naar school.
2. Ik
heb
een broer en een zus.
3. De zoon
heet
David.
4. Ik
schrijf
de woorden.
5. Wij
wonen
in Portugal.
6. Het
is
mooi weer.
2. Het werkwoord
Slide 4 - Slide
1. Jan loopt
naar school.
2. Ik heb
een broer en een zus.
3. De zoon heet
David
.
4. Ik schrijf
de woorden
.
5. Wij wonen
in Portugal
.
6. Het is
mooi weer
.
3. Extra informatie: waar, wat, hoe
Slide 5 - Slide
1. Jan loopt
naar school.
2. Ik heb
een broer en een zus.
3. De zoon heet
David
.
4. Ik schrijf
de woorden
.
5. Wij wonen
in Portugal
.
6. Het is
mooi weer
.
3. Extra informatie: waar, wat, hoe
Slide 6 - Slide
Volgorde basiszin
Wat - Werkwoord - Waar - Wie - Wanneer
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Slide 7 - Slide
Volgorde
koopt - een broodje - 's middags - hij - in de winkel
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Slide 8 - Slide
Volgorde
koopt - een broodje - 's middags - hij - in de winkel
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Hij
(2)
(3)
(4)
(5)
Slide 9 - Slide
Volgorde (herhaling)
koopt - een broodje - 's middags - hij - in de winkel
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Hij
koopt
(3)
(4)
(5)
Slide 10 - Slide
Volgorde (herhaling)
koopt - een broodje - 's middags - hij - in de winkel
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Hij
koopt
's middags
(4)
(5)
Slide 11 - Slide
Volgorde
koopt - een broodje - 's middags - hij - in de winkel
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Hij
koopt
's middags
een broodje
(5)
Slide 12 - Slide
Volgorde
koopt - een broodje - 's middags - hij - in de winkel
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Hij
koopt
's middags
een broodje
in de winkel.
Slide 13 - Slide
More lessons like this
NT2 A1 woordvolgorde met 1 werkwoord
March 2024
- Lesson with
21 slides
NT2
ISK
Schrijven - Zinnen maken met één werkwoord (2)
January 2024
- Lesson with
22 slides
NT2
ISK
Woordvolgorde en voegwoorden
January 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Beroepsopleiding
Dictoglos
August 2023
- Lesson with
15 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Dictoglos bij de Taaltrap 15: de muis en de slak
March 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Dictoglos bij de Taaltrap 15: de muis en de slak
June 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Dictoglos
October 2024
- Lesson with
17 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Dictoglos
June 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1