Cursus 1 paragraaf 4 tekstverbanden en signaalwoorden les 2

Cursus 1 paragraaf 4 tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Cursus 1 paragraaf 4 tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onbekende woorden
Ik kan 5 verschillende tekstverbanden benoemen
Ik kan signaalwoorden bij verschillende tekstverbanden 
tekstverbanden en signaalwoorden
Nederlands
Cursus 1 paragraaf 4
opdr. 4, 6 en 7
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Woord van de week

1. betekenis
2. zin maken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een goede tekst zijn woorden, zinnen en alinea's met elkaar verbonden.
Zo'n samenhang noem je een tekstverband.
Elk verband ontstaat door woorden, zinnen of alinea's aan elkaar te plakken met signaalwoorden.
Elk tekstverband heeft zijn eigen signaalwoorden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Van welk verband is er sprake?

Ik houd van ongezond eten, zoals friet en pizza.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichtend

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In de vakantie heb ik met vriendinnen afgesproken en daarnaast heb ik ook veel gegamed.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Binnenkort gaat mijn broertje voor het eerst naar de middelbare school.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Ik ben gek op chips met vreemde smaakjes, zoals de smaak stokbroodje kruidenboter.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb mijn huiswerk gemaakt, maar ik heb het niet af gekregen.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Aan het werk

Cursus 1 paragraaf 4
opdr. 4, 6 en 7

Klaar? Werk laten zien aan docent en dan nakijken
timer
20:00

Slide 11 - Slide

controversieel=
omstreden, waarover grote meningsverschillen ontstaan