t2 29/11

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Telefoon in het hotel

Laptop op tafel!

Planning

1. Herhalen bs 1 en bs 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen

2. blooket 'racing'

3. opdrachten maken

Vitamines zijn

1. Voedingsmiddelen
2. Voedingsstoffen

Je lichaam heeft bouwstoffen nodig. Wat zijn de bouwstoffen?

1. Eiwitten, zetmeel, koolhydraten, suikers en vitamines
2. Eiwitten, koolhydraten, vezels, mineralen en vitamines
3. Eiwitten, zetmeel, vezels, vetten, vitamines en mineralen
4. Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, vitamines en mineralen

Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen

1. Water en vitaminen
2. Koolhydraten, eiwitten en mineralen
3. Vetten, eiwitten en water
4. Alleen koolhydraten, eiwitten en vetten

Wat zijn plantaardige voedingsmiddelen?

1. rookworst
2. sla
3. kopje thee
4. kaas

Welke taak kunnen vitamines hebben in het lichaam?

Vitamines kunnen dienen als … en ...

1. bouwstof en beschermende stof
2. bouwstof en reservestof
3. brandstof en beschermende stof
4. brandstof en reservestof

Olijfolie is plantaardig.

1. Juist
2. Onjuist

Wat doen bouwstoffen?

1. Ze worden opgeslagen
2. Ze zijn nodig voor de groei en ontwikkeling
3. Ze leveren energie
4. Ze beschermen je lichaam

1. Vezels zorgen voor een hongerig/verzadigd gevoel.
2. Door voedingsvezel wordt de darmwerking beter/minder.

1. 1. hongerig, 2. beter
2. 1. hongerig, 2. minder
3. 1. verzadigd, 2. beter
4. 1. verzadigd, 2. minder

14. Vitamines zijn reservestoffen.

1. juist
2. onjuist

Koolhydraten zijn:

1. alleen brandstoffen
2. alleen bouwstoffen
3. bouwstoffen en brandstoffen
4. bouwstoffen, brandstoffen en reservestoffen

Fastfood bevat vooral ... vetten. Dit zijn de ... vetten.

1. Verzadigd ; gezonde
2. Verzadigd ; ongezonde
3. Onverzadigd ; gezonde
4. Onverzadigd ; ongezonde

koolhydraten zijn

1. vetten
2. suikers
3. vitamine
4. sapjes

Vetten zijn

1. Bouwstof
2. Bouwstof, beschermende stof
3. Bouwstof en brandstof
4. Bouwstof, brandstof, beschermende stof en reservestof

Welke vitamine zorgt dat we minder snel verkouden of grieperig worden?

1. vitamine A
2. vitamine B
3. vitamine C
4. vitamine D

Wat doen brandstoffen?

1. Ze worden opgeslagen
2. Ze zijn nodig voor de groei en ontwikkeling
3. Ze leveren energie
4. Ze beschermen je lichaam

Mineralen zijn een voorbeeld van bouwstoffen. Wat is een mineraal dat een bouwstof is van botten?

1. Zout
2. Kalk
3. Suiker
4. Eiwit

Een biefstuk is een dierlijk voedingsmiddel.

1. Juist
2. Onjuist

blooket

Aan de slag

maak van thema 2 bs 2 opdracht 1,2,4,5,6,7