HAVO2 6.2 Direct, indirect en diffuus

6.2

Direct,
indirect
en
diffuus
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.2

Direct,
indirect
en
diffuus

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
* lichtstralen tekenen.
*uitleggen wat de afstand tussen getekende lichtstralen betekent.
* uitleggen hoe je de grootte van een schaduwgebied bepaalt.
*bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.
* het verschil tussen direct, indirect en diffuus licht uitleggen.

Slide 2 - Slide

Bedenk een vraag over de leerdoelen

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Leg uit wat
"schaduw"
betekent

Slide 5 - Mind map

Schaduwvorming

Slide 6 - Slide

Soorten schaduw

  • Halfschaduw:                                                                                                      Een schaduw waar niet alle lichtbronnen schijnen.
  • Kernschaduw:                                                                                                    Een schaduw waar geen enkele lichtbron schijnt.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Schaduw tekenen
Puntlichtbron

Slide 9 - Slide

Schaduw (kern en half): fout
Twee lichtbronnen

Slide 10 - Slide

Direct licht
Het licht komt rechtstreeks (direct) van de lichtbron.

Slide 11 - Slide

Indirect licht
Het licht komt via een mat oppervlak dat het licht in allerlei richtingen weerkaatst (reflecteerd).

Slide 12 - Slide

Diffuus licht
Het licht van de lichtbron gaat door een doorschijnend voorwerp en wordt door dat voorwerp verstrooit.

Slide 13 - Slide

Opdrachten

Hoofdstuk 6 , paragraaf 2

Opdrachten 4, 5 en 6

Slide 14 - Slide

Kleuren Zien

Slide 15 - Slide

Kleuren Zien

Als er licht op een gekleurd voorwerp valt, wordt alleen die kleur licht teruggekaatst. Alle andere kleuren uit het spectrum worden door het voorwerp geabsorbeerd (opgenomen).

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Kleuren Zien
Wit oppervlak:
Alle kleuren licht die erop vallen worden weerkaatst. De kleur van het opvallende en het weerkaatste licht is gelijk.  
Gekleurd oppervlak:
Alleen het licht met de kleur van het voorwerp wordt weerkaatst,
de rest wordt geabsorbeerd. De kleur van het opvallende en het weerkaatste licht hoeft niet hetzelfde te zijn. 
Zwart oppervlak: Alle kleuren licht die erop vallen worden geabsorbeerd 

Slide 18 - Slide

Een blauw voorwerp bij daglicht,
zien we in wit licht als:
A
Blauw
B
Zwart
C
Wit
D
Rood

Slide 19 - Quiz

Een blauw voorwerp bij daglicht,
zien we in rood licht als:
A
Blauw
B
Zwart
C
Wit
D
Rood

Slide 20 - Quiz

Een wit voorwerp bij daglicht,
zien we in rood licht als:
A
Roze
B
Zwart
C
Wit
D
Rood

Slide 21 - Quiz

Een zwart voorwerp bij daglicht,
zien we in rood licht als:
A
Paars
B
Zwart
C
Wit
D
Rood

Slide 22 - Quiz

Huiswerk


Hoofdstuk 6 ; paragraaf 2
Opdrachten  1  t/m  7 

Slide 23 - Slide