2KM NE L17 lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht

Startopdracht: lezen in je leesboek of tijdschrift

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek 
• Schrift /pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Herhaling
• Nieuwe uitleg
• Opdrachten maken
• Numo
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 
• Ik kan hoofdzaken en bijzaken herkennen in een tekst. 

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Wat is een woordraadstrategie?

Welke woordraadstrategieën ken je?

Woordraadstrategieën

1. Synoniem
2. Omschrijving
3. Voorbeeld

Woordraadstrategieën

1. Een tegenstelling zoeken
   maar, echter, daarentegen, toch
2. Een bekend woorddeel zoeken 
   samenstellingen, voorvoegsels en achtervoegsels

Wat is een kernzin?

Alinea's en kernzinnen

• Nieuwe regel
• Inspringen
• Witregel

Belangrijkste informatie: kernzin

Eerste, tweede of laatste zin van een alinea

Wat is een tekstverband?

Tekstverbanden

• Zinnen en alinea's hebben iets met elkaar te maken
• Signaalwoorden zeggen welk verband

Noem een signaalwoord voor een opsomming.

Opsomming

Meerdere dingen die bij elkaar horen. Signaalwoorden:

• Ten eerste
• Ten tweede
• Om te beginnen
• Ook
• Verder
• Ten slotte

Noem een signaalwoord voor tijdsvolgorde.

Tijdsvolgorde (chronologie)

Dingen die in een bepaalde volgorde gebeuren. Signaalwoorden:

• Vroeger
• Later 
• Nu
• Eerst
• Daarna
• Vervolgens
• Ten slotte
• Nadat
• Terwijl Dadelijk
• Intussen

Noem een signaalwoord voor een voorbeeld of omschrijving.

Voorbeeld (toelichting)

Uitleg of voorbeeld geeft meer informatie. Signaalwoorden:

• Bijvoorbeeld
• Zo
• Als
• Zoals
• Denk aan
• Neem nou

Wat is een hoofdzaak?
Wat is een bijzaak?

Hoofd- en bijzaken

Hoofdzaken: belangrijkste informatie in een tekst

Lees: inleiding en het slot. De eerste en laatste zin van elke alinea. 

Bijzaken: niet zo belangrijk

Vaak voorbeelden of een uitleg (denk aan signaalwoorden!)

Wat is een feit?
Wat is een standpunt?
Wat is een argument?

Feit, mening, standpunt en argument

Feit: Iets waar of onwaar --> controleren

Mening of standpunt: wat iemand vindt --> eens of oneens

ik vind, volgens mij

Argument: waarom je iets vindt
want, omdat, namelijk, immers

Opdracht 5 op blz. 43

Lees de vragen door.

Bekijk de video.
Beantwoord de vragen.
We bespreken de vragen samen.

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte
• Maak opdracht 4, 6 en 7 vanaf blz. 42. Je mag opdracht 7 ook op Word maken. 
• Kijk de opdrachten van paragraaf 6 na via het nakijkblad.
  
  
• Heb je vragen? Sla deze even over. Over vijf minuten kan je ze stellen.
  
  
• Klaar? Werk in Numo

Samenwerken

• Je mag rustig overleggen
• Maak opdracht 4, 6 en 7 vanaf blz. 42. Je mag opdracht 7 ook op Word maken.
  
• Kijk de opdrachten van paragraaf 6 na via het nakijkblad.
• 
  
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  
  
• Klaar? Werk in Numo

Huiswerk

Datum:

- woensdag 19 juni
Maken:

• Maak opdracht 4, 6 en 7 vanaf blz. 41. Je mag opdracht 7 ook op Word maken. 

Lesdoelen

• Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 
• Ik kan hoofdzaken en bijzaken herkennen in een tekst. 

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!