Wat kan je doen om een keuze te kunnen maken voor het gebruik van ser, estar of hay?
1. Het gebruik rondom deze werkwoorden beheersen (zie aantekeningen)
2. Afvragen: wat wordt er gezegd? Gaat het om waar iets of iemand zich bevindt (op het strand, dus estar of hay), of over hoe iets of iemand is (Spaans, ser)?
2. De opties in de zin plaatsen en vertalen naar het NL (hoor je nu al dat iets niet goed klinkt? Dan ook niet in het Spaans. (Nosotros hay en la playa = Wij er is/er zijn op het strand) (Nosotros estamos en la playa = Wij bevinden ons op het strand) Klinkt het allebei goed? Dan val je terug op de regels van het gebruik).
3. Ga naar WAAROVER gepraat wordt in de zin. De woorden daar in de buurt staan in de zin en die belangrijk zijn voor het al dan wel of niet gebruiken van een bepaald werkwoord, ga je markeren (dingen als el, las, mucho, tres, este etc.)
4. Leg deze woorden naast de regels van het gebruik en lees het antwoord af