7.4 & 7.5

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

7.4 & 7.5

Onderdelen van de Randstad

• Noordvleugel: Utrecht & A’dam --> economisch hart
  
• Zuidvleugel: R’dam & Den Haag --> economisch minder krachtig; waarom?
• Groene Hart: recreatiegebied voor Randstedelingen; tegelijkertijd obstakel voor relaties Noord- en Zuidvleugel

Ruimtelijk beleid (ordening) binnen de Randstad

• Tot 1990: Spreidingsbeleid --> groei vooral in de dorpen rondom de grote steden (groeikernen) --> suburbanisatie

Gevolgen: steden liepen leeg, voorzieningen verdwenen, files namen toe --> wonen buiten de stad; werken in de stad.

• Na 1990: Concentratiebeleid --> groei vooral in de bestaande steden door VINEX-wijken

Groeikernen & VINEX

Ruimtelijke ordening binnen de Randstad in de toekomst

• Lange termijnplannen vastgelegd in structuurvisies
  
• Bekendste voorbeeld: Structuurvisie Randstad 2040
  

- Doel; Randstad internationaal aan de top

Gevolgen Structuurvisie Randstad 2040

• Vooral focus op Randstad --> metropoolvorming; vooral A'dam, in mindere mate R'dam, groeien sterk --> veel vestiging van hoofdkantoren, maar ook woningnood --> meer hoogbouw in deze steden
• Plattelandsgebieden krimpen --> vooral aan de rand van NL
• Nog steeds concentratiebeleid

Groei en krimp

Nadelen van huidige ruimtelijke ordening

• Beleid is sectoraal en niet regionaal

• Er wordt slechts vanuit een beleidsterrein gedacht, terwijl meerdere beleidsterreinen betrokken zijn 
• Besluitvorming duurt lang --> vele betrokkenen

De aantrekkelijke stad

• Steden bieden veel werkgelegenheid in kennis- en creatieve economie --> vooral hoger opgeleiden

Te zien aan:

- zakelijke dienstverlening --> grote bedrijven zoeken bereikbare locatie 

- scienceparken --> kennisintensieve zoeken nabijheid universiteit

- creatieve sector --> zoekt omgeving met historische waarde  

De stad wordt anders ingericht

• Oude fabrieken krijgen een nieuwe functie (woningen, kantoren)
• Oude volkswijken nabij het centrum worden opgekocht door de rijke middenklasse --> gentrification --> huizenprijzen stijgen --> de lagere klasse verdwijnt

De segregatie neemt toe

• Enerzijds bestaat de stad uit de hogere middenklasse --> zij wonen in de betere wijken
• Anderzijds nog altijd een

concentratie van lager

opgeleiden / niet-westerse

migranten

• Duale arbeidsmarkt

§ 7.6

Wijk en buurt, leefbaarheid en beleid

Het buurtprofiel

'Overzichtelijke weergave van de belangrijkste woning- en bewonerskenmerken

Woningkenmerken

Leerwerk:

• Bouwjaar
• Eigendom (koop/huur)
• Woningtype (vrijstaand/appartement, etc.)
• Staat van onderhoud (energielabel, renovatie, etc.)

Bewonerskenmerken

Ook letterlijk leerwerk:

• Huishoudengrootte
• Etniciteit
• Inkomen
• Gezinsfase / leeftijd

Bewoners- en woningkenmerken hangen sterk met elkaar samen

De woonomgeving

Soms staan er ook kenmerken van de woonomgeving in een buurtprofiel. 

Dit zijn subjectieve 'beoordelingen' van de inwoners over..:

• Leefbaarheid (overlast, verloedering, etc.)
• De openbare ruimte (pleinen, winkelcentra, etc.)

Leefbaarheid onder druk

In sommige stadswijken staat de leefbaarheid onder druk 

Deze wijken kenmerken zich door:

• Veel verouderde sociale huurwoningen 
• Veel hoogbouw / flats
• Hoog percentage mensen met (niet-westerse) migratieachtergrond
• Hoog percentage mensen met een laag inkomen

Overheidsbeleid in probleemwijken

In deze wijken heeft de overheid ingegrepen door:

• Stadsvernieuwing (vanaf 1980) --> slopen & renoveren
• Herstructurering (vanaf 1990) --> slopen, renoveren, maar ook (duurdere nieuwbouw & aanpak openbare ruimte)

Herstructurering werkt beter --> bevolkingssamenstelling verandert

Gentrification

Als gevolg van herstructurering treedt gentrification op --> arme inwoners worden uit de wijken rondom het stadscentrum verdreven door de rijkere middenklasse