Thema 4, B1 t/m 6

Thema 4
Stevigheid en beweging
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Thema 4
Stevigheid en beweging

Slide 1 - Slide

Wat is een ander woord voor skelet?
Wat is een ander woord voor botten?
Geraamte
Beenderen
Beenderstelsel

Slide 2 - Drag question

Schedel
Schouderblad
Ruggengraat
Heupbeen
Ribben
Knieschijf
Dijbeen
Scheenbeen

Slide 3 - Drag question

Voorhoofdsbeen
Wandbeen
Slaapbeen
Achterhoofdsbeen
Jukbeen
Onderkaak
Bovenkaak

Slide 4 - Drag question

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp

Slide 5 - Drag question

Wat zijn de functies van ons skelet?

Slide 6 - Open question

Functies van het skelet
  • Door ons skelet kunnen we rechtop staan
  •  Het skelet maakt beweging mogelijk
  • Je skelet biedt bescherming
  • Je skelet geeft vorm aan je lichaam

Slide 7 - Slide


In de afbeelding is de wervelkolom getekend.
 
Welk nummer geeft de lendenwervels aan?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4

Slide 8 - Quiz

Pijpbeenderen zijn......?
A
Opperarmbeen en dijbeen
B
Ellepijp en heupbeen
C
Schouderblad en heup
D
Knie en elleboog

Slide 9 - Quiz

Is dit botweefsel of kraakbeenweefsel?
A
Botweefsel
B
kraakbeen

Slide 10 - Quiz

Wat is de taak van Collageen (lijmstof) in je botten?
A
Je botten harder maken
B
Je botten wat flexibeler maken
C
Lijmstof zit niet in je botten

Slide 11 - Quiz

Wat zit er in pijpbeenderen ?
A
Geel beenmerg
B
Rood beenmerg
C
zowel rood als geel beenmerg

Slide 12 - Quiz

Kraakbeenweefsel of botweefsel?
kraakbeen
kraakbeen
bot
bot
bot

Slide 13 - Drag question

Bij oude mensen bevatten de beenderen veel
 
en weinig




kraakbeen
botweefsel
Lijmstof
Kalkzouten
tussencelstof

Slide 14 - Drag question

Gewrichtskapsel
Gewrichtsband
Kraakbeen
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer

Slide 15 - Drag question

Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Geeft extra versteviging 
Voorkomt dat botten slijten.
Hierin draait de gewrichtsknobbel
Gewrichtskapsel
gewrichtsbanden
kraakbeen
Gewrichtskom

Slide 16 - Drag question

Rolgewricht
Kogelgewricht
Scharniergewricht

Slide 17 - Drag question

Wat zijn de vier soorten beenverbindingen?

Slide 18 - Open question

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 19 - Drag question

Sleep de juiste naam naar de juiste plek in het lichaam
Borstspier

Armbuigspier (biceps)

Rugspier
voorste dijbeenspier
Armstrekspier (triceps)

Kuitspier


Buikspier
Achterste dijbeenspier (hamstring)
Scheenbeenspier

Slide 20 - Drag question

onvermoeibaar
Trekt snel samen
Dwarsgestreept spierweefsel
Glad spierweefsel

Slide 21 - Drag question

Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar

Slide 22 - Quiz


Om de arm te buigen moet je
A
De biceps aanspannen
B
De triceps aanspannen
C
De biceps ontspannen
D
De biceps en de triceps aanspannen

Slide 23 - Quiz

de snelle en langzame spiervezels behoren tot ..
A
glad spierweefsel
B
dwarsgestreept spierweefsel

Slide 24 - Quiz

Wat ONJUIST over langzame spiervezels?
A
Trekken traag samen
B
Zijn snel vermoeid
C
Bevatten veel myoglobine
D
Gebruik je voor duursporten

Slide 25 - Quiz

Pees
Spiervezel
Spierbundel
Spierschede

Slide 26 - Drag question

Wat is de functie van tussenwervelschijven?
A
Wervels bij elkaar houden
B
Schokken opvangen
C
Impulsen doorgeven aan de spieren

Slide 27 - Quiz

Wat is de beste manier om je peuter op te tillen?
A
Tekening 1
B
Tekening 2
C
Tekening 3

Slide 28 - Quiz

Wat is een goede zithouding?
A
Als je lekker zit
B
Als je je benen over elkaar hebt
C
Als je armen en benen in een hoek van 90 graden staan
D
Als je moeder/docent je niet waarschuwt

Slide 29 - Quiz

Wat is een blessure?
A
Een beschadiging dat je krijgt tijdens het sporten
B
Een beschadiging dat je krijgt door een ongezonde leefstijl
C
Een beschadiging aan je longen
D
Een beschadiging aan je botten

Slide 30 - Quiz

Wat is motorisch geheugen?
A
Bewegingen die in het geheugen zijn opgeslagen
B
De herinnering aan een sportwedstrijd
C
Het onthouden van de namen van spieren
D
De kennis over hoe spieren groeien

Slide 31 - Quiz

Hoe ontstaat RSI?
A
Door een stoot, een stomp of een trap
B
Doordat je geen goede warming-up hebt gedaan
C
Door lange tijd steeds dezelfde beweging te maken
D
Door een sterke inspanning

Slide 32 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een RSI
A
Een verzwikte enkel
B
Pijn in je nek door telefoongebruik
C
Spierpijn

Slide 33 - Quiz