H3 Kredieten

1 / 29
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

H3 Kredieten 
Leerdoelen 
  1. ken je de drie soorten krediet voor particulieren
  2. weet je wat de voorwaarden zijn om een kredietovereenkomst te sluiten
  3. ken je de vormen en soorten van een doorlopend krediet
  4. weet je wat de BKR-toets is en waarom en wanneer je die doet
  5. weet je uit welke drie onderdelen het hypotheekbedrag bestaat
  6. kun je uitleggen wat de verschillende soorten hypotheekvormen zijn
  7. kun je beschrijven wat crowdfunding is en welke vormen er zijn
  8. kun je uitleggen wat moraliteit beteken
  9. kun je aangeven welke zekerheden er zijn
  10. kun je uitleggen wanneer iemand handelingsbekwaam is.

Slide 2 - Slide

Waar kun je allemaal voor lenen

Slide 3 - Mind map

Consumptief krediet 
Een aantal zaken die aan bod komen 
Overeenkomst 
Leencapaciteit 
Toestemmingsvereiste
Vormen van krediet 
Aflossen (annuïtair of lineair) 

Slide 4 - Slide

Begrippen en betekenissen 
Krediet.  Het bedrag dat je leent of goederen die je krijgt 
Kredietgever. Degene die je het geld leent 
Kredietnemer. Degene die het bedrag ontvangt 
Kredietsom . Het bedrag dat je in een keer krijgt 
Kredietvergoeding. Rente en kosten 
Contractbedrag. Wat je in totaal terugbetaald, dus inclusief rente en kosten 
Termijn bedrag.  Het bedrag dat je maandelijks voor je krediet betaald 
Looptijd. Hoe lang je contract duurt 
Geldkrediet. Het bedrag dat op je rekening wordt gestort 
Goederenkrediet. Je krijgt geen geld maar een product (bv telefoon) 

Slide 5 - Slide

Afsluiten van een krediet 
Voldoende inkomen 
Wilsovereenstemming 
Handelingsbekwaam (18 jaar en ouder) 
Handelingsbevoegd (bij huwelijk en geregistreerd partnerschap)
Geoorloofde zaak 

Slide 6 - Slide

Wat is handelingsbevoegd?

Slide 7 - Open question

Leen capaciteit 
Carla is alleenstaand en heeft een maandelijks inkomen van € 2.200. Ze huurt een woning voor € 600 per maand. De bank gaat met de formule basisnorm + (opslagpercentage x (inkomen -/- minimuminkomen) de leennorm vaststellen. De leennorm van Carla komt uit op € 1.265,50. Dat bedrag plus haar huur moet de bank van haar inkomen afhalen. Wat overblijft mag Carla gebruiken om van te lenen. Haar leencapaciteit is € 2.200 - € 1.265,50 - € 600 = € 334,50. Als je dit keer 50 doet, krijg je het bedrag dat Carla kan lenen. Haar maximale leenbedrag is  € 16.725.

Slide 8 - Slide

Toestemmingsvereiste 
De volgende dingen mag je niet doen zonder toestemming van je partner:

Woning: het verkopen of verhuren van de hoofdwoning of deze verzwaren met een (extra) hypotheek.

Zekerheidsstelling: borg of garant worden. Een borg of garant gaat de schuld afbetalen als de schuldenaar dat zelf niet doet.

Schulden maken: koop op afbetaling of huurkoop aangaan.

Giften: geen ongebruikelijke giften doen.

Slide 9 - Slide

Vormen van consumptiefkrediet 
  •  Aflopend krediet 
  •  Doorlopend krediet 
  •  Doorlopend goederenkrediet 
  •  Rekening courant krediet 
  •  Creditcard 


Slide 10 - Slide

Aflopend krediet 
Looptijd en rente staan vast 
Je kunt het niet opnieuw opnemen 
Bij vervroegde aflossing mogelijk een boete 

Slide 11 - Slide

Vormen van aflossing 

Slide 12 - Slide

Doorlopend krediet 
Bv. Rood staan op je rekening
Je mag het afgeloste bedrag opnieuw opnemen 
Je mag aflossen zonder boete
Rente is variabel 

Slide 13 - Slide

Wat is het risico van een doorlopend krediet

Slide 14 - Open question

De overige vormen 
Doorlopend goederen krediet (bv. Wehkamp) 
Rekening courant (bv. Rood staan tot aan bepaald bedrag)
Creditcard. Zowel betaalmiddel als krediet 

Slide 15 - Slide

Noem een aantal creditcards

Slide 16 - Mind map

Opdracht 
Maak de opdrachten 1 t/m 6 van H3 

Slide 17 - Slide

Hypotheken 
Registergoederen 
Notaris 
Zekerheidsrecht 

Slide 18 - Slide

Registergoederen 
Ingeschreven bij kadaster 
bv 
Woningen, woonboten, bedrijfspanden e.d. 

Slide 19 - Slide

Notaris 
De notaris speelt bij een hypotheek afsluiten een belangrijke rol. De notaris zorgt ervoor dat het onderpand wordt ingeschreven bij het Kadaster en dat de hypotheek die wordt gevestigd wordt ingeschreven.

Slide 20 - Slide

Zekerheid 
Als je een bedrag leent, geef je jouw huis als zekerheid aan de bank. De woning is het onderpand voor de lening

Slide 21 - Slide

Wat is het voordeel voor jou als klant van het geven van een zekerheid?

Slide 22 - Open question

Wat is het voordeel voor de bank voor het verkrijgen van een zekerheid.

Slide 23 - Open question

Lening 
3 onderdelen 

Lening (Het bedrag dat je leent om een huis te kopen) 
Aflossing (Hoe snel en hoeveel ga je aflossen)
Verzekering (ORV of Woonlasten) 

Slide 24 - Slide

Maak 
Opdrachten 7 en 8 via de e-book

Slide 25 - Slide

Crowdfunding 

Doneren 
Sponsoring 
Equity based 
Lenen 

Slide 26 - Slide

Voordelen 
Geschikt voor starters 
Gelijk een marketingtool 
Kleine inleg mogelijk (met meerder investeerders het risico delen) 
Ondersteuning mogelijk 

Slide 27 - Slide

Risico's 
Kwetsbare bedrijven 
Vorm van voorverkoop, denk aan Lightyear 
Kredietrisico (het niet terug krijgen van je investering) 
Onduidelijk afspraken 
Platform kan failliet gaan 
Platform kan freuderen 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide