Les 3 Hypotheken en consumptief krediet

hypotheken vervolg
Even herhalen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
JuridischMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

hypotheken vervolg
Even herhalen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bij welke hypotheek blijft de aflossing maandelijks gelijk, maar daalt de maandlast?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteitenhypotheek
C
Levenhypotheek
D
Krediethypotheek

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke hypotheek blijven zowel de maandlasten als de hoogte van lening tijdens de looptijd gelijk?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteitenhypotheek
C
Levenhypotheek
D
Krediethypotheek

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke hypotheek daalt maandelijks het rentebedrag en stijgt maandelijks de aflossing?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteitenhypotheek
C
Levenhypotheek
D
Krediethypotheek

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke hypotheek, kun je tijdens de looptijd geld aflossen, maar ook weer opnemen?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteitenhypotheek
C
Levenhypotheek
D
Krediethypotheek

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke hypotheek bestaat er een koppeling tussen de rente op de hypotheek en de rente die je spaart op de hypotheek?
A
Bankspaarhypotheek
B
Spaarhypotheek

Slide 6 - Quiz

Dit is een levenhypotheek waarbij je niet alleen premie betaalt voor de levensverzekering, maar je ook geld spaart op de betaalde premie. Daardoor kun je een lager bedrag verzekeren (tenminste, wanneer de rente hoog is)
De notaris
De notaris maakt twee akten op:

Akte van levering (overdracht eigendom huis)
Hypotheekakte 

Slide 7 - Slide

Ander woord voor akte van levering

overdrachtsakte, leveringsakte, transportakte


HypotheekVORM
In de hypotheekakte staat wat de hypotheekVORM is
  1. Vaste hypotheek
  2. Krediethypotheek (is wat anders dan eerder genoemd)
  3. Bankhypotheek
Lastig dat het dezelfde woorden zijn voor verschillende dingen.
De krediethypotheek (rekening courantkrediet) is een lening waarbij je de overwaarde van je huis benut. Je kunt steeds geld opnemen en aflossen en je huis is onderpand
De krediethypotheek (qua vorm) bepaalt in hoeverre de notaris er aan te pas komt om de lening aan te passen etc. 

Slide 8 - Slide

Lastig dat het dezelfde woorden zijn voor verschillende dingen.
De krediethypotheek (rekening courantkrediet) is een lening waarbij je de overwaarde van je huis benut. Je kunt steeds geld opnemen en aflossen en je huis is onderpand

De krediethypotheek (qua vorm) bepaalt in hoeverre de notaris er aan te pas komt om de lening aan te passen. 
Vaste hypotheek is de bekendste vorm.
Je leent het bedrag voor het huis en je lost af (tijdens de looptijd of aan het eind)
Rente en hoogte lening staan vast.
Krediet- en bankhypotheek: de rente en de hoogte van lening variëren. Lijken veel op een gewone lening, maar met huis als onderpand. Je hoeft voor opnieuw lenen niet steeds naar de notaris. Wanneer je even alles hebt afgelost, blijft de hypotheek gewoon doorlopen zodat je weer op kunt nemen.
Bij de bankhypotheek mag de bank je huis ook verkopen voor andere leningen dan alleen deze hypothecaire lening! 

Slide 9 - Slide

Vaste hypotheek is de bekendste vorm. 
Je leent het bedrag voor het huis en je lost af (tijdens de looptijd of aan het eind) 
Rente en hoogte lening staan vast.

Krediet- en bankhypotheek: de rente en de hoogte van lening variëren. Lijken veel op een gewone lening, maar met huis als onderpand. Je hoeft voor opnieuw lenen niet steeds naar de notaris. Wanneer je even alles hebt afgelost, blijft de hypotheek gewoon doorlopen zodat je weer op kunt nemen.

Bij de bankhypotheek mag de bank je huis ook verkopen voor andere leningen dan alleen deze hypothecaire lening! 


WEW/NHG
Het huis is het onderpand van de hypotheek
  • Maar wat als het huis "onder water staat"
  • Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)

Slide 10 - Slide

Waarborgfonds Eigen Woningen: NHG. 
Extra zekerheid voor de banken: 
Minder risico opslag -> lagere rente

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Doel van WEW
Eigen woningbezit bevorderen
  • Uitvoering achterstallig onderhoud bevorderen
  • Kostengrens 100% of 106% (EBV)
  • € 310.000,00/€ 328.600,00

Slide 12 - Slide

Waarborgfonds Eigen Woningen
EBV (Energiebesparende voorzieningen)
Rente 
Wat wil de klant:
  • Zekerheid wat kosten betreft? Vaste rente
  • Maakt niet zoveel uit? Variabele rente

Slide 13 - Slide

Variabele rente: per dag/ per maand/ per kwartaal
Vaste rente: Tussen een jaar/30 jaar

Wanneer kun je het beste voor een langere rentevaste periode kiezen?
A
Wanneer de rente hoog staat
B
Wanneer de rente laag staat

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke rente is hoger?
A
Een rentevastperiode van 5 jaar
B
Een rentevastperiode van 10 jaar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Rentevast loopt af
Wanneer na bv 15 de rentevaste periode afloopt, maar de hypotheek nog doorloopt:
  • Nieuw rentevoorstel.
  • Klant kan weer kiezen: vast of variabel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Consumptief krediet
Je kunt ook lenen voor consumptieve goederen/diensten

Slide 17 - Slide

Vakantie
Boot
Auto
Camper
Studie
Alles wat niet een registergoed is. 
Begrippen
Kredietsom: het bedrag dat je leent en weer terug moet betalen
  • Kredietlimiet: Het maximale bedrag dat je kunt opnemen
  • Jaarlijks kredietpercentage (JKP): dat wat de lening kost
  • Termijnbedrag: Het bedrag dat je maandelijks betaalt

Slide 18 - Slide

JKP = percentage op jaarbasis van het kredietbedrag 
Dat wat de lening per jaar dus kost
Soorten krediet
Goederenkrediet: 
Je krijgt geen geld, maar een goed of een dienst

  • Geldkrediet:
  • Je krijgt het geld en bepaalt zelf wat je er van koopt

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aflossingsvormen
Doorlopend krediet
  • Aflossen en opnemen is mogelijk
  • variabele rente
  • Aflopend krediet
  • Alleen maar aflossen. Niet opnieuw opneembaar
  • vaste rente
  • vaste looptijd
Doorlopend krediet
Je mag altijd aflossen. Zoveel je wilt
Je mag het ook weer opnemen
Aflopend krediet
Je mag niet versneld/vervroegd aflossen.
Doe je dat wel: boete
Je kunt niet weer opnemen

Slide 20 - Slide

Doorlopend krediet
Je mag altijd aflossen. Zoveel je wilt
Je mag het ook weer opnemen
Maandtermijn kan variëren

Aflopend krediet
Je mag niet versneld/vervroegd aflossen. 
Doe je dat wel: boete
Je kunt niet weer opnemen
Vast termijnbedrag
Doorlopend geldkrediet

Creditcardkrediet
Salariskrediet
Rekening courantkrediet
Doorlopend goederenkrediet

Postorderkrediet
Vaste klantenkaart

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bij een aflopend krediet heb je vaak zelfde termijnbedrag. Rente wordt steeds minder, aflossing meer: Hoe heet deze vorm?
A
Lineair
B
Annuïteit

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Aflopend krediet
Termijnbedrag staat vast (annuïteiten)
  • Vaste rente
  • Vaste looptijd. Vaak vanaf 12 - 36 maanden
  • Vervroegd aflossen : vaak boete
  • Noemen we ook wel: Persoonlijke lening
  • Meestal tot 75 jaar (de bank wil niet met schuld blijven zitten na overlijden)


Slide 23 - Slide

Kan wel lineair, maar komt niet veel voor.

Kijk goed naar de klant: kan hij goed aflossen? Dan kan een doorlopend krediet wel passen, maar wanneer de klant maar rood blijft staan, moet je er even over nadenken of het niet beter is een aflopend krediet te doen. 
Geldt het toestemmingsvereiste voor een aflopend krediet?
A
Nee
B
Ja

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Huurkoop
De kredietverstrekker geeft het goed of de dienst 
  • De klant heeft lening ter waarde van het goed of de dienst
  • Elke maand lost de klant af
  • Na de laatste termijn is de klant eigenaar

  • Driehoek: koper/verkoper/kredietverstrekker

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Geldt het toestemmingsvereiste voor huurkoop?
A
Nee
B
Ja

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Koop op afbetaling
Verschil met huurkoop:

  • De klant wordt direct eigenaar
  • Elke maand lost de klant af

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Geldt het toestemmingsvereiste voor koop op afbetaling?
A
Nee
B
Ja

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions