Les fictie

Les fictie 1
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les fictie 1

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Lezen

  • Les over fictie en non-fictie

Slide 2 - Slide

Lesdoel
  • Na deze les weet ik het verschil tussen fictie en non-fictie;

  • Weet ik wat (hoofd)personages zijn;

  • Weet ik wat een genre is

Slide 3 - Slide

Fictie/non-fictie
  • Fictie: verzonnen
  • Voorbeelden: sprookjes, leesboeken die verzonnen zijn, tekenfilms

  • Non-fictie: feitelijk
  • Voorbeelden: nieuws, krantberichten, wetenschappelijke teksten, biografieën

Slide 4 - Slide


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 6 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quiz

Personages
  • Een personage is een verzonnen karakter in een verhaal/film/toneelstuk/etc.
  • Een hoofdpersonage is het belangrijkste personage in dat verhaal. Dat kunnen er dus ook meerdere zijn!

Slide 9 - Slide

Shrek
A
Personage
B
Hoofdpersonage
C
Genre
D
Echt persoon

Slide 10 - Quiz

Rutte
A
Personage
B
Hoofdpersonage
C
Fictie
D
Echt persoon

Slide 11 - Quiz

Cars
A
Personage
B
Hoofdpersonage
C
Genre
D
Echt persoon

Slide 12 - Quiz

Olaf
A
Personage
B
Hoofdpersonage
C
Genre
D
Echt persoon

Slide 13 - Quiz

Lady Gaga
A
Personage
B
Hoofdpersonage
C
Genre
D
Echt persoon

Slide 14 - Quiz

Genre
  • Er bestaan verschillende soorten verhalen, of je het nu hebt over theater, boeken en films

Slide 15 - Slide

Noem eens verschillende genres:
  • Horror
  • Familieverhaal
  • Romantiek
  • Thriller
  • Detective
  • Sprookje
  • Comedy

Slide 16 - Slide

QUIZ

Slide 17 - Slide

Wat is een fictie?
A
Verzonnen verhaal
B
Een echt gebeurd verhaal
C
Een karakter in een verhaal
D
Een echt persoon

Slide 18 - Quiz

Wat is een genre?
A
Een personage
B
Een echt persoon
C
Non-fictie
D
Een soort verhaal

Slide 19 - Quiz

Wat is non-fictie?
A
Een verzonnen verhaal
B
Een personage
C
Een echt gebeurd verhaal
D
Een genre

Slide 20 - Quiz

Een nieuwsbericht is een voorbeeld van non-fictie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Een sprookje is een voorbeeld van non-fictie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Een woordenboek is een voorbeeld van non-fictie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Een horrorfilm is een voorbeeld van fictie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

De film "Cars" is een voorbeeld van fictie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

'Horror' is een genre
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Een woordenboek is een genre
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Een nieuwsbericht is een genre
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Theaterstukken, films en boeken hebben altijd een genre
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Een politicus is een personage
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

De heks in een sprookje is een personage
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

De heks in een sprookje is het hoofdpersonage
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Hans en Grietje in het sprookje "Hans en Grietje" zijn de hoofdpersonages
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

"Donkey" uit Shrek is ook een hoofdpersonage
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Olaf uit "Frozen" is een hoofdpersonage
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Lesdoel gehaald?
  • Na deze les weet ik het verschil tussen fictie en non-fictie;

  • Weet ik wat (hoofd)personages zijn;

  • Weet ik wat een genre is

Slide 36 - Slide