Werkwoordspelling pv tt en vd

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

- pv (tegenwoordige tijd), voltooid deelwoord

De persoonsvorm

Hoe vind je de pv?

1. Maak van de zin een vraagzin. De pv staat dan vooraan.
2. Verander de zin van enkelvoud naar meervoud (of andersom). Het ww dat verandert, is de pv.
3. Verander de zin van tijd (tegenwoordige tijd naar verleden tijd of andersom). Het ww dat verandert, is de pv.

Theorie - tegenwoordige tijd

Drie vormen:

• ik of je/jij achter pv   >   stam
• hij/zij/het/je/jij            >   stam + t
• wij/jullie/zij (mv)        >   infinitief (hele werkwoord)

• Let op: de stam vind je door het hele ww  -  en te doen. Soms moet je de stam wel nog wat aanpassen > rennen = ik ren

..... je over een paar maanden veertien?

1. Word
2. Wordt

..... je moeder net zo veel van jou als van je broer?

1. Houd
2. Houdt

Theorie - voltooid deelwoord

• Sterke werkwoorden: klank verandert > winnen - gewonnen
• Zwakke werkwoorden (stappenplan):                                                   1. hele werkwoord                                                                                           2. - en                                                                                                                 3. staat de laatste letter van de stam in 't sexy fokschaap?                            Ja     > t       (werken > gewerkt)                                                                   Nee > d      (geloven > geloofd)

De overvaller is ..... (ontmaskeren).

Opdracht (samen)

1. Toen de kandidaat hoorde dat hij afgewezen was, zuch.......e hij en ging teleurgesteld de deur uit.

2. Dieren die dreigen uit te sterven, worden door het Wereldnatuurfonds bescherm....... .

3. Ons bedrijf verzen.......  de goederen bij voorkeur per koerier.

4. Het gras was letterlijk verschroei.......  door de zon.

5. Toen Sanne en Thomas gingen trouwen, rich.......en ze hun appartement heel gezellig in.

Vul in: dd - d - dt - t - tt

1. Toen de kandidaat hoorde dat hij afgewezen was, zuch.......e hij en ging teleurgesteld de deur uit.

 

2. Dieren die dreigen uit te sterven, worden door het Wereldnatuurfonds bescherm....... .

Opdracht (samen)

1. Toen de kandidaat hoorde dat hij afgewezen was, zuch.......e hij en ging teleurgesteld de deur uit.

2. Dieren die dreigen uit te sterven, worden door het Wereldnatuurfonds bescherm....... .

3. Ons bedrijf verzen.......  de goederen bij voorkeur per koerier.

4. Het gras was letterlijk verschroei.......  door de zon.

5. Toen Sanne en Thomas gingen trouwen, rich.......en ze hun appartement heel gezellig in.

Opdracht (samen) > vul in: dd - d - dt - t - tt

3. Ons bedrijf verzen....... de goederen bij voorkeur per koerier.

4. Het gras was letterlijk verschroei....... door de zon.

5. Toen Sanne en Thomas gingen trouwen, rich.......en ze hun appartement heel gezellig in.

1. Een maand geleden ... (verpoten) de eigenaar van de volkstuin zijn plantjes.

2. ... (verblinden) de laagstaande zon de chauffeur van het bestelbusje?

3. Het ... (verwennen) kind wilde niet op zijn beurt ... (wachten).

4. De zakenman ... (trachten) zijn ... (inrichten) penthouse vorig jaar voor enkele maanden te ... (verhuren).

Heeft Erik jou die brief (e-mailen)?

Wij ..... (juichen) toen de voetballer een goal maakte.

1. juichten
2. juichden

Vroeger ... (praten) wij nooit veel over onze emoties.

1. praten
2. pratten
3. praaten
4. praatten

De leerlingen ... (antwoorden) goed op de ... (stellen) vragen.

1. antwoordden, gestelde
2. antwoordde, gestelde
3. antwoordden,gestelden
4. antwoordde, gestelden