Oefeningen

evaluatie test 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

evaluatie test 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


1. Waar staat 24,75 uur ook voor =


A
1 dag en 45 minuten
B
1 dag en 75 minuten
C
1 dag en 45 uur
D
1 dag en 75 uur

Slide 2 - Quiz

24 uur = 1 dag
0,75 uur = 3/4 deel van 60 = 45 minuten

24,75 uur = 1 dag en 45 minuten


2. hoeveel is 1000 kilobyte =
A
1 megabyte
B
1 gigabyte
C
1 terabyte
D
Ik weet het niet.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions



5. wat is 0,75 km/min =
A
27 km/h
B
45 km/h
C
270 km/h
D
450 km/h

Slide 4 - Quiz

3/4 x 60 minuten = 45 km/h

of

0,75 km x 60 minuten = 45 km/h
14. Wat is sneller?
60 km/u of 15 m/s?
A
60 km/u
B
15 m/s

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

12. Je koopt 2 blikjes van 250 gram bonen.
Je hebt 0,4 kg aan bonen nodig.
Hoeveel gram bonen houd je over?
A
10 g
B
100 g
C
250 g
D
0,1 g

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

3. Welke straat ligt in het
verlengde van de Talmastraat?
A
De Colijnstraat.
B
De Kuyperstraat.
C
De Stormstraat.
D
De Verschuurstraat.

Slide 7 - Quiz

De Verschuurstraat verlengt de Talmastraat.
7. Wat is de schaal?
A
6 : 150
B
1 : 4
C
1 ,5 : 6
D
1 : 40

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

2. Hoeveel cm3 water kan er in het aquarium?
A
60 cm3
B
600 cm3
C
6000 cm3
D
60000 cm3

Slide 9 - Quiz

50 cm x 40 cm x 30 cm = 60000 cm3
8. Welke fiets werd het meest verkocht in 2013?
A
stadsfiets
B
kinderfiets
C
hybride
D
elektrische fiets

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

9. Waar wordt het meeste drinkwater voor gebruikt in 2013
A
bad
B
toilet
C
wastafel
D
douche

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

13. 8,5 L + 125 mL = ... L
A
9,75 L
B
21 L
C
8,625 L
D
133,5 L

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

11. Snelheid is =
A
Afstand x Tijd
B
Tijd : Afstand
C
Afstand x Afstand
D
Afstand : Tijd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

6. Wat is waar over het begrip 'schaal'?
A
Een schaal is altijd in cm.
B
Een schaal is in dm.
C
Het eerste getal is de vergroting, de tweede de verkleining
D
Al deze antwoorden zijn waar.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

16. De eenheid van inhoud is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

17. Hoe bereken ik de inhoud?
A
l+b+h
B
lxbxh
C
lxb
D
l+b

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

18. Wat is de juiste formule voor het berekenen van een percentage?
A
deelgeheel100
B
100deelgeheel
C
geheeldeel100
D
100deelgeheel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

15. Hoe bereken je een percentage? %
A
Deel x geheel x 100
B
Geheel x deel : 100
C
Geheel : deel x 100
D
Deel : geheel x 100

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

19. Na 10% korting is de prijs nu € 7,70
Wat was de oude prijs?

Bedenk goed welk percentage wil je weten

A
€8,55
B
€8,56
C
€6,93

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

20. Hoeveel is 3/10 van 880?
A
88
B
176
C
880
D
264

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

21. Met 25 % korting
betaal je nu € 83,00
Hoe bereken je 100%
A
83 x 0,75
B
83 : 0,75
C
83 x 0,25
D
83 : 0,25

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

22. De afstand tussen Landgraaf en Amsterdam is
220 km. Op de kaart heb je een afstand van 11 cm gemeten. De schaal van de kaart is dan?
A
1 : 200.000
B
1 : 20.000
C
1 : 2.000.000
D
1 : 2000

Slide 22 - Quiz

11 = 220.000.000 cm (gedeeld door 11)
1 = 2.000.000 cm 
23. Elsa heeft een motorrit van 4 uur en 45min gemaakt, hierbij heeft ze 19 L verbruikt.
Haar motor verbruikt 1 L per 20 km.
Wat was de gemiddelde snelheid van Elsa?
A
80 km/u
B
0,0125 m/s
C
85,4 km/u
D
91,6 km/u

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

24. 1:25 minuut is 85 seconden?
A
waar
B
niet waar?

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

25. 1,25 uur, hoeveel uur en hoeveel minuten is dat?
A
1 uur en 15 minuten
B
1 uur en 25 minuten
C
anderhalf uur
D
125 minuten

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

26. Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?
De schaallijn staat in cm.
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions