Traumatologie VP

1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

timer
3:00
Wat is een trauma?
en wat betekent dat voor de zorg?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

timer
2:00
Je ziet iemand met een trauma op straat.
wat nu gebeurt er als je 112 belt.

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Bij een contusio cerebri (hersenkneuzing) raakt het hersenweefsel beschadigd. Bij een commotio cerebri (hersenschudding) is dit niet het geval. Het bewustzijnsverlies bij een hersenkneuzing is van langere duur (minstens vijftien minuten) en dieper dan bij een hersenschudding.

Een ruptuur is een medische term voor verscheuring of inscheuring van weefsel. Dit kan in vrijwel elk lichaamsweefsel voorkomen bijvoorbeeld spier, pees, ...
Bij dit trauma is er sprake van licht weke delen letsel.
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bij dit trauma is er sprake van een een kneuzing van bot of weke delen
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer er sprake is van een scheur in de aorta door en trauma, noemen we dit een aorta......
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Een whiplash ontstaat als je je nekspier verrekt, bijvoorbeeld door een aanrijding van achteren. Hierdoor kun je nekpijn en hoofdpijn krijgen, ...

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

stelling:
iedere patiënt met een dwarslaesie heeft dezelfde symptomen
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een patiënt heeft het hoofd gestoten.
Bij onderzoek blijkt er een bloeding te zijn in de hersenen. Dit noem je:
A
commotio cerebri
B
contusio cerebri
C
epiduraal haematoom
D
infarcering

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stelling: Een patient heeft een ongeluk gehad met een stomp trauma in de buik. Als gevolg hiervan heeft patient pijn in de buikt en begint de bloeddruk fors te dalen. Wat is hier meest waarschijnlijk NIET aan de hand?
A
hartinfarct
B
Miltruptuur
C
aortaruptuur
D
acuut nierfalen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

een jongetje van 2 is gevallen en heeft nu pijn aan de arm. Verdenking is een botbreuk. wat voor botbreuk is meest waarschijnlijk?
A
fissuur
B
greenstickfractuur
C
twijgfractuur
D
gecompliceerd fractuur

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Verdeel in 5 groepjes


Maak een presentatie van enkele slides en presenteer je kennis
-Wervelletsel
-Neurotrauma
-Thoraxtrauma
-Buik- en bekkentrauma
-Trauma van de extremiteiten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions