Huis huren, of kopen H 6.1+6.2 B1

Hoe voelen jullie je?
1 / 17
next
Slide 1: Mind map
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Hoe voelen jullie je?

Slide 1 - Mind map

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblikken: wederkerend voornaamwoord
  • Hoofdstuk 6.1 en 6.2 over een huis zoeken,huren of kopen
  • Luistertekst + vragen
  • Leestekst + vragen

Slide 2 - Slide

Lesdoelen. Na deze les.........
  • Kunnen jullie het wederkerend voornaamwoord vloeiend gebruiken.
  • Hebben we de verschillen tussen het huren of kopen van een huis besproken.
  • Kunnen jullie de indeling van verschillende woningen omschrijven en de voor-en nadelen benoemen.
  • Hebben we de blauwe woorden besproken.

Slide 3 - Slide

Maak een zin met een wederkerend voornaamwoord

Slide 4 - Slide

ons huis in Heemse
vrijstaande woning
5 slaapkamers
badkamer (douche+bad+WC)
keuken
woonkamer
zolder en garage
grote tuin: siertuin+moestuin

Slide 5 - Slide

Hoe zag jullie huis er uit?
  • eigen huis of huur huis
  • flat, in een rij (=rijtjeshuis), vrijstaand
  • hoeveel slaapkamers
  • badkamer, keuken, zolder, kelder
  • tuin
  • in stad of dorp

Slide 6 - Slide

Luistertekst 6.1

Slide 7 - Slide

Lees de vragen van opdr.4 op blz. 143
Luister opnieuw naar tekst 6.1 en bedenk dat je de vragen straks moet kunnen beantwoorden!
'Gericht luisteren' dus!

Slide 8 - Slide

Maak een zin met de woorden:
huren - appartement

Slide 9 - Open question

Maak een zin met de woorden:
huis - bank

Slide 10 - Open question

Maak een zin met de woorden:
inrichten - huis

Slide 11 - Open question

Maak een zin met de woorden:
sparen - koophuis

Slide 12 - Open question

Lees opdr. 13 op blz 145
  • Lees de vragen van opdr. 15.
  • Lees opdr. 13 opnieuw met de vragen in je achterhoofd 'gericht lezen' dus!
  • We bespreken de antwoorden van opdr. 15
  • Hebben jullie vragen over de  blauwe woorden, of over andere woorden in de tekst?

Slide 13 - Slide

Bespreek samen
Wat voor soort huizen zijn dit?
Noem 2 voor- en 2 nadelen
Hoe zien ze er van binnen uit?
  (hoeveel slaapkamers, etc.)
Zijn het huur-of koophuizen
Zou je hier willen wonen?
Waarom wel/niet?

Slide 14 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Slide

Dit waren de lesdoelen. Na deze les.....
  • Kunnen jullie het wederkerend voornaamwoord vloeiend gebruiken.
  • Hebben we de verschillen tussen het huren of kopen van een huis besproken.
  • Kunnen jullie de indeling van verschillende woningen omschrijven en de voor-en nadelen benoemen.
  • Hebben we de blauwe woorden besproken.

Slide 16 - Slide

Hoe vonden jullie deze les?
  • Wat ging goed?
  • wat ging minder goed?
  • Wat kan ik een volgende keer beter anders doen?

Dankjewel en tot de volgende keer!

Slide 17 - Slide