3GR week 4

3GR week 4
1. Even herhalen: wat is er gebeurd in tekst 9A-B
2. Vertalen tekst 9C 
3. Afsluiten 

Lesdoel: je kunt reflecteren op de gebeurtenissen in de tekst vanuit cultuur-historisch perspectief. 
Je kunt Griekse zinnen ontleden en vertalen. 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3GR week 4
1. Even herhalen: wat is er gebeurd in tekst 9A-B
2. Vertalen tekst 9C 
3. Afsluiten 

Lesdoel: je kunt reflecteren op de gebeurtenissen in de tekst vanuit cultuur-historisch perspectief. 
Je kunt Griekse zinnen ontleden en vertalen. 

Slide 1 - Slide

Werken in tweetallen 
1: r. 2-6
2: r. 7-11 (tm μοι ἐστίν)
3: r.11 (vanaf hoge punt)-r.16 (tot πάρεστιν.) 
4: r.16 (vanaf Ἔλαφον)-eind 

Lesdoel: Je kunt Griekse zinnen ontleden en vertalen. 

Slide 2 - Slide

Donderdag
1. Echt Grieks: spreuken van Menander 
2. Herhaling grammatica 
3. Cultuur: Achilles in staking 
Lesdoel
Je kunt Griekse zinnen ontleden en vertalen.
Je kunt adjectieven congrueren met substantieven. 

Slide 3 - Slide

1. Menander
Je kunt Griekse zinnen ontleden en vertalen.

Slide 4 - Slide

Menander
  1.  Ons leven neemt vele veranderingen.
  2. De vrije tijd veroorzaakt zo vele rampen voor stervelingen/doet stervelingen zo veel kwaad. 
  3. Jegens/richting een zoon heeft een goede vader geen woede. 
  4. Een zwaard verwondt een lichaam, maar een woord de geest.
  5. Het vele dingen durven veroorzaakt veel fouten maken./Veel durven veroorzaakt veel fouten maken. 

Slide 5 - Slide

2. Taaloefening 
Congrueren!

Slide 6 - Slide

2. Uitwerking taaloefening p11
  1. gen, ev, vrl-ἀριστης -van het beste kind  
  2. dat ev vrl-ἀθλιᾳ- met/door de ongelukkige hand 
  3. nom/acc mv o-πολλα - de vele tranen 
  4. gen mv vrl-πασων -van alle fouten 
  5. dat mv m-σωφροσι(ν) - aan/voor de verstandige vaders 

Slide 7 - Slide

3. Achilles 
Lees de tekst op p. 72-74 en beantwoord de volgende vragen: 
1. Welk voorstel doet Achilles aan Agamemnon?
2a. Wat is Agamemnons reactie hierop? 
2b. Wat vind je van zijn reactie? 
3a. Benoem de twee figuren rechts op afb. 1.
b. Wie is de zittende man in het midden? 
c. Welk moment van de ruzie is afgebeeld? Citeer een zin uit het verhaal. 
4. Geef zes eigenschappen van een Homerische held en schrijf erachter of je die goed vindt of niet. 

Slide 8 - Slide

3. Achilles 
1. Achilles wil dat Agamemnon het meisje aan de priester, haar vader, teruggeeft; wanneer Troje eenmaal verwoest is, dan krijgt Agamemnon alle schade vergoed
2a. Hij stelt voor om de buit van Achilles of Odysseus te nemen, omdat hij als koning een kostbaar en gelijkwaardig geschenk zou moeten krijgen 

Slide 9 - Slide

3. Achilles 
3. a. Rechts staat Achilles die zijn zwaard al half uit de schede getrokken heeft; Athena (uiterst rechts) houdt hem met succes tegen
 b. Agamemnon zit in het midden
 c. ‘Hij had het zwaard al half uit de schede getrokken, toen een krachtige hand hem tegenhield. Die was van de godin Athena. Zij was alleen voor Achilles zichtbaar . . .’

Slide 10 - Slide

Homerische held
4. Eigenschappen:
 - de beste willen zijn/op wedijver gericht/willen uitblinken
 - voortreffelijk in de strijd
 - voortreffelijk in de sport
 - goede lichamelijke conditie
 - mooi (van lichaam)
 - spreekvaardig/goede leider

Slide 11 - Slide

Tekst 10
Lesdoel: je kunt de oorzaken en gevolgen analyseren van het conflict tussen Achilles en Agamemnon.

Slide 12 - Slide