Het gezantschap naar Achilles

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Het gezantschap naar Achilles

In deze les...

• Krijgen jullie vragen over de inhoud van tekst 9B (dus pak die alvast voor je!

Achilles is boos

• Achilles wil niet meer meevechten in de Trojaanse Oorlog
• Hij is woedend

Waarom is Achilles zo boos?

Het gezantschap naar Achilles

• De Grieken lijden ontzettend veel verlies en weten Agamemnon over te halen zijn ruzie met Achilles bij te leggen
  
• Agamemnon stuurt een gezantschap naar de tent van Achilles om hem over te halen weer mee te vechten

Agamemnon stuurt drie helden als gezantschap naar Achilles: Ajax, Foinix (de opvoeder van Achilles) en ... ?

1. Diomedes, de dapperste Griek
2. Menelaos, de echtgenoot van Helena
3. Nestor, de oudste Griek
4. Odysseus, de slimste Griek

Waarom deze drie helden? Kijk voor de verklaring in regel 2 van tekst 9B!

Agamemnon zal, naast dat hij dierbaar aan Achilles is, nog een andere reden hebben gehad om Odysseus te sturen. Probeer te bedenken welke reden dit kan zijn. Denk daarbij aan Odysseus' karakter.

Aan het begin van tekst 9B komen Odysseus, Ajax en Foinix bij Achilles' tent aan.
In regels 1 t/m 5 komt een typisch Grieks gebruik aan de orde. Welk gebruik is dit?

Het gezantschap naar Achilles

• Odysseus vertelt Achilles dat de Trojanen al heel veel Grieken hebben verslagen. 
• Zonder Achilles kunnen ze de oorlog niet winnen!
• Als Achilles weer mee komt vechten, zal hij veel geschenken krijgen. 

Hoe reageert Achilles op de woorden van Odysseus in tekst 9B?

Wat staat Achilles volgens r.20-22 te wachten als hij naar huis gaat?

Bekijk afbeelding 5 (Tekstboek p.74). Wie is de figuur links (vooraan)?

1. Achilles
2. Ajax
3. Odysseus
4. Patroklos

Bekijk afbeelding 5 (Tekstboek p.74). Wie is de figuur in het midden met de rode mantel?

1. Achilles
2. Ajax
3. Odysseus
4. Patroklos

Bij welke alinea uit tekst 9B past afbeelding 5 (Tekstboek p.74) het best?

1. Alinea 1 (r.1-5)
2. Alinea 2 (r.6-13)
3. Alinea 3 (r.14-24)

Bij welke alinea uit tekst 9B past afbeelding 6 (Tekstboek p.76) het best?

1. Alinea 1 (r.1-5)
2. Alinea 2 (r.6-13)
3. Alinea 3 (r.14-24)