Gaby rijdt op een E-bike. Ze rijdt met een snelheid van 25,2 km/h op een fietspad. Ze rijdt over een bruggetje en begint te tellen.
Ze rijdt na 13 seconde weer over een bruggetje en stopt
met tellen.
Wat is de afstand tussen de bruggetjes?
Gebruik: Gegeven, Gevraagd, Formule, Berekening, Antwoord