What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2HA vendredi le 29 mai
Bonjour!
vendredi le 29 mai
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour!
vendredi le 29 mai
Slide 1 - Slide
Ce macaron est délicieux!
A
Deze macaron is heerlijk!
B
De macaron is heerlijk!
C
Macarons zijn heerlijk!
D
De macaron is vreselijk!
Slide 2 - Quiz
Ce / cette / ces / cet =
A
De / het
B
Geen NL vertaling
C
Deze / die / dit / dat
D
Mijn / jouw / haar
Slide 3 - Quiz
Aanwijzend voornaamwoorden
ce / cette / ces / cet =
deze / die / dit / dat
Ce macaron = deze macaron
Cette carotte = die wortel
Ces tomates = deze tomaten
Slide 4 - Slide
Tu manges du poisson?
A
Eet jij vlees?
B
Eet jij het vlees?
C
Eet jij vis?
D
Eet jij de vis?
Slide 5 - Quiz
Tu préfères le thé?
A
Heb je liever thee?
B
Heb je liever de thee?
C
Heb je liever deze thee?
D
Heb je een hekel aan thee?
Slide 6 - Quiz
Il ne mange pas de viande.
A
Hij eet vlees.
B
Hij eet geen vlees.
C
Hij eet het vlees niet.
D
Hij eet weinig vlees.
Slide 7 - Quiz
Je mange peu de légumes.
A
Ik eet veel groente.
B
Ik eet geen kaas.
C
Ik eet weinig groente.
D
Ik eet veel kaas.
Slide 8 - Quiz
Delend lidwoord
Du / de la / de l' / des
Vertaal je in het Nederlands niet!
Je mange des tomates = ik eet tomaten
Slide 9 - Slide
Let op!
Na een ontkenning (ne... pas) of hoeveelheid (beaucoup / litre etc) gebruik je alleen
de
of
d
'.
Je ne mange pas
de
tomates.
Je mange beaucoup
de
tomates.
Slide 10 - Slide
Let op!
Na aimer / adorer / détester / préférer gebruik je altijd het gewone lidwoord (le / la / les / l'). Je vertaalt dit dan nog steeds niet.
J'aime les tomates = ik houd van tomaten
Slide 11 - Slide
Vul de antwoorden van 1 t/m 5 van het oefenstencil in.
Slide 12 - Open question
Antwoorden
1. Elle mange
de la
quiche
2. Nous ne mangeons jamais
de
poulet.
3. Tu aimes
les
petits pois.
4. Je prends un kilo
de
fruits.
5. Elle détèste
le
yaourt.
Slide 13 - Slide
Antwoord 6 t/m 10
Slide 14 - Open question
6 t/m 10
6. Il prend
du
thé.
7. Je voudrais
de l'
huile.
8. Vous achetez
des
glaces.
9. J'adore
la
viande.
10. Tu as
du
fromage.
Slide 15 - Slide
Antwoorden 11 t/m 15
Slide 16 - Open question
11 t/m 15
11. un paquet
de
vin s'il vous plait.
12. Je détèste
les
oranges.
13. Elle ne mange jamais
de
pain.
14. Pierre mange
du
yaourt.
15. Je préfère
le
boeuf.
Slide 17 - Slide
Antwoorden 16 t/m 20
Slide 18 - Open question
16 t/m 20
16. Tu as mangé
de la
pêche?
17. Un verre
de
lait, s'il vous plait.
18. Elle veut beaucoup
d'
huile.
19. Nous prenons
des
pommes.
20. Vous ne mangez pas
de
légumes?
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
opdracht 35
- Je krijgt 3 min de tijd om zelf voor te bereiden hoe je vragen moet stellen aan deze personen én hoe je antwoord moet geven.
- Gebruik steekwoorden.
Slide 21 - Slide
Tijd voor een gesprek!
Slide 22 - Slide
Les devoirs
- Faire bron J
- Apprendre voc F
- Neem het stencil over het delend lidwoord nog eens goed door
Slide 23 - Slide
More lessons like this
chap 5 - grammaire D + E (+ voca A)
September 2023
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
delend lidwoord
May 2021
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
La question indirecte et le discours indirect
August 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Secundair onderwijs
L'article partitif / het delend lidwoord
May 2020
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
v4 semaine 23
May 2023
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
chap 5 - grammaire D (2) + E
September 2023
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
unité 6-lesson 4
March 2024
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
chapitre 5 Het delend lidwoord 3 HV
April 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3