Week 5: afkortingen - aan elkaar of los - gebiedende wijs

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo gLeerroute VGLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
We gaan de komende weken aan de slag met Taalverzorging (zie studiewijzer in Magister).
De volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Afkortingen 
  • Aan elkaar of los
  • Gebiedende wijs 


Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
De komende week werken we aan de volgende leerdoelen: 

  •  Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord in enkelvoudige zinnen spellen.

  • Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord in samengestelde zinnen spellen. 

  • Ik kan mijn gemaakte opdrachten kritisch nakijken.

Slide 4 - Slide

Afkortingen 

Slide 5 - Slide

Afkortingen 
Hoe schrijf je afkortingen?

  • Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletter. 
Voorbeeld: ANWB - VN -NL - VW

  • Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig uitspreekt, schrijf je met punten.
    Voorbeeld: a.u.b. - z.o.z. - i.o.v. 

  • De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letter zonder punten.
    Voorbeeld: vmbo - mbo - ov 

Slide 6 - Slide


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra uitleg 
of oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 7 - Slide

Afsluiting
We werken aan het volgende leerdoel:

  •  Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord in enkelvoudige zinnen spellen.

Slide 8 - Slide

Aan elkaar of los 

Slide 9 - Slide

Aan elkaar of los 
Welke woorden schrijf je aan elkaar en los?

  • Samenstellingen (twee of meer bestaande woorden aan elkaar plakken) 
  • Getallen in honderd en duizend 
  • Veel samengestelde werkwoorden (inhalen, afmaken)

Slide 10 - Slide


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra uitleg 
of oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 11 - Slide

Afsluiting
We werken aan het volgende leerdoel:

  •  Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord in enkelvoudige zinnen spellen.

Slide 12 - Slide

Gebiedende wijs 

Slide 13 - Slide

Gebiedende wijs
Bij zinnen met een bevel erin gebruik je de gebiedende wijs. In deze zinnen staat geen onderwerp.

Hoe schrijf je de gebiedende wijs?
Je schrijf deze zo kort mogelijk (net als de ik- vorm in de tegenwoordige tijd) 

Voorbeelden:
  • Red dat beestje!
  • Loop naar de maan!
  • Doe de deur eens dicht! 

Heel veel zinnen in de gebiedende wijs eindigen met een uitroepteken. Dat komt omdat het vaak gaat om een bevel. En meestal klinkt zo’n bevel redelijk dwingend.


Slide 14 - Slide


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra uitleg 
of oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 15 - Slide

Afsluiting
We werken aan het volgende leerdoel:

  •  Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord in enkelvoudige zinnen spellen.

Slide 16 - Slide