Quiz stijlfiguren

Benoem de stijlfiguur:
Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Understatement
D
Eufemisme
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Benoem de stijlfiguur:
Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 1 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
'Ik doe dat wel even', zei de man toen hij het brandende huis inrende om de hond te redden.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 2 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
De gele zonnebloemen ontkiemden op een mooie donderdagochtend.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 3 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 4 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
Had u ons niet vooraf kunnen waarschuwen voor de regen?
A
Personificatie
B
Tautologie
C
Pleonasme
D
Herhaling

Slide 5 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
Ik heb goed geld voor slechte spullen gekocht.
A
Personificatie
B
Antithese
C
Vooropplaatsing
D
Herhaling

Slide 6 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
Een leraar zei tegen de klas: 'Denken jullie nu echt dat ik het nog een keer ga uitleggen?'
A
Metafoor
B
Antithese
C
Vooropplaatsing
D
Retorische vraag

Slide 7 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
A
Overdrijving
B
Metonymia
C
Vooropplaatsing
D
Metafoor

Slide 8 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
Die foto, ik had die liever niet geplaatst.
A
Overdrijving
B
Metonymia
C
Vooropplaatsing
D
Metafoor

Slide 9 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
Gisteren dronk hij een glaasje teveel.
A
Overdrijving
B
Metonymia
C
Vooropplaatsing
D
Metafoor

Slide 10 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
Soms lacht de toekomst je toe.
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Eufemisme
D
Personificatie

Slide 11 - Quiz

VWO
Benoem de stijlfiguur:
Dat is niet onwaarschijnlijk.
A
Understatement
B
Metonymia
C
Eufemisme
D
Litotes

Slide 12 - Quiz

VWO
Benoem de stijlfiguur:

A
Woordspeling
B
Vergelijking met als
C
Understatement
D
Antithese

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide