What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 19 - De literaire bouwstenen in een verhaal ontdekken
Personages
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Personages
Slide 1 - Slide
Veel informatie
- Hoe ziet het personage eruit?
- Wat doet hij/zij?
- Wat denkt of voelt het personage?
- Wat is zijn/haar karakter?
- Hoe gaat hij/zij om met de andere personages?
Slide 2 - Slide
Wat is een hoofdpersonage?
Slide 3 - Mind map
Hoofdpersonage
- Het is een belangrijk figuur.
- De lezer komt veel over hem/haar te weten.
- Het verhaal draait rond één of meer hoofdpersonages.
Slide 4 - Slide
Wat is een nevenpersonage?
Slide 5 - Mind map
Nevenpersonage(s)
- Dit is vaak de helper of de tegenstander van de hoofdpersoon.
- Je komt er als lezer minder over te weten.
- Het verhaal draait niet rond hen.
Slide 6 - Slide
De tijd van een verhaal
Slide 7 - Slide
Tijd
- Om een verhaal goed te begrijpen, moet je ook de tijd kennen waarin het verhaal speelt.
- Elke periode heeft zijn eigen cultuur en gewoonten.
- Deze bepalen het gedrag van de personen, hun leefomstandigheden, hun gedachten en gevoelens.
Slide 8 - Slide
Welke stelling klopt niet als je naar de tijd kijkt?
A
Iemand in de hedendaagse tijd speelt op zijn laptop.
B
Een jager uit de prehistorie heeft een hond voor zijn plezier.
C
Een nar uit de middeleeuwen entertaint de gasten.
Slide 9 - Quiz
Welke stelling klopt niet als je naar de tijd kijkt?
A
Een genezer uit de middeleeuwen doucht zich elke dag.
B
Een leerling maakt een foto op school in de hedendaagse tijd.
C
Een Romein trekt ten aanval met een zwaard.
Slide 10 - Quiz
Ruimte
- Dit is de plaats waar de gebeurtenissen zich afspelen.
- De ruimte kan werkelijk bestaan of verzonnen zijn.
Voorbeeld
: Een zonnig marktplein vol kleurrijke kermiskramen en opgewekte muziek roept een vrolijke sfeer op.
Slide 11 - Slide
Mening geven
- Leg ook uit waarom je dit vindt.
- Dit doe je door argumenten of voorbeelden te geven.
- Begin steeds met de ik-boodschap.
Voorbeelden:
Ik vind het verhaal (beoordelingswoord), omdat ...
Het personage dat mij het meest/minst aansprak, was ...
Slide 12 - Slide
Neem p 169 erbij.
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Tussenstop 2 - kortfilm Two Strangers
December 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
4 - Tussenstop 2 - kortfilm Two Strangers
October 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
T05 - Creatief schrijven
March 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhalingsles: verhaalelementen
December 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Buitengewoon secundair onderwijs
Les 12 Het personage
November 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
D3 L7 tijd en ruimte
March 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Verhaalanalyse: personages en ruimte
February 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
T4L4: Mijn of jouw thuis (voorspellen)
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs