- Aan het einde van de les kun je voorbeelden noemen van woorden die met een hoofdletter worden geschreven.
- Aan het einde van de les kun je aanwijzen welke woorden met een hoofdletter worden geschreven.
Slide 2 - Slide
Wanneer gebruik je hoofdletters?
Slide 3 - Slide
Hoofdletters bij:
Aan het begin van een zin (mits er een getal vooraan staat: 24 studenten zijn aanwezig)
Bij (achter) namen
> Pietje, Jan Klaasen, mevrouw De Wit, etc.
Bij aardrijkskundige namen en bij volkeren, talen en dialecten > Engeland, Rotterdam, Brabantse jongen, de Jood, Duits eten, etc.
Afkortingen van namen/instanties: > AOW, SP, GGZ, RUG, etc.
Slide 4 - Slide
Let op bij achternamen:
Tussenvoegsels (van, der, de, etc.) schrijven we met een kleine letter, tenzij er geen voornaam of voorletter voor staat, in dat geval krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter.
Dus:
Mevrouw De Wit
Jantje de Wit
J. de Wit
> Heel belangrijk bij formele e-mails/sollicitatiebrieven!
Slide 5 - Slide
Ook hoofdletters bij:
Je schrijft een hoofdletter bij historische gebeurtenissen en feestdagen:
Kerst, Pasen, Pinksteren, Tweede Wereldoorlog
maar niet bij afleidingen of periodes:
kerstdagen, paasei, pinksterweekend,
ijzertijd, middeleeuwen, etc.
Slide 6 - Slide
En hoofdletters bij...
Je schrijft een hoofdletter bij heilige begrippen die bij een religie horen (de heiligen, heilige geschriften, etc.):
God, Allah, Koran, de Bijbel, etc.
maar...
het boeddhisme, het christendom, de islam, het katholicisme, het protestantisme, een bijbel
Slide 7 - Slide
Gezamenlijke oefening:
Welke woorden in deze zinnen schrijf je met een hoofdletter?
Slide 8 - Slide
1. meneer de vries fietst in mei altijd naar zijn werk in almere.
2. 50 jaar geleden is mijn franse schoonmoeder geboren.
3. in december sneeuwt het vaker dan in november.
4. mijn grootouders hebben twee bijbels in de kast staan.
5. tijdens de golfoorlog zijn veel irakezen omgekomen.
6. bestond west-vlamingen al in de middeleeuwen?
Slide 9 - Slide
Aan de slag!
Starttaal:
Taalverzorging > 2F > Spelling > Hoofdletters
Maak alle vijf de opdrachten + deeltoets (individueel)
Ik loop rond voor vragen!
Slide 10 - Slide
Lesdoelen
- Aan het einde van de les kun je voorbeelden noemen van woorden die met een hoofdletter worden geschreven.
- Aan het einde van de les kun je aanwijzen welke woorden met een hoofdletter worden geschreven.