Sommige warmtebronnen zijn niet elektrisch, maar chemisch. Dat betekend dat er door een chemische reactie warmte ontstaat. Chemische energie is energie die opgeslagen is in stoffen.
Voorbeelden zijn: aardgas, voedsel, hout, benzine
Slide 2 - Slide
Verbrandingswarmte
Brandstoffen kunnen warmte leveren, maar niet elke brandstof kan dat even goed!
De mate waarin brandstoffen warmte kunnen leveren noemen we de: verbrandingswarmte.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Voorbeeld
Stel je wil 10 minuten douchen, je hebt thuis een waterbesparende douchekop dus voor 10 minuten lang douchen met warm water heb je 6 MJ aan warmte nodig.
Je hebt thuis een CV-ketel met aardgas.
Hoeveel m3 aardgas heb je nodig om te kunnen douchen?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Gebruik een verhoudingstabel
Gegevens: verbrandingswarmte aardgas is 32 MJ/m3, 6 MJ aan warmte nodig om 10 minuten warm te douchen
warmte (MJ)
32
volume (m3)
1
Slide 7 - Slide
Gebruik een verhoudingstabel
Gegevens: verbrandingswarmte aardgas is 32 MJ/m3, 6 MJ aan warmte nodig om 10 minuten warm te douchen
warmte (MJ)
32
1
6
volume (m3)
1
Slide 8 - Slide
Gebruik een verhoudingstabel
Gegevens: verbrandingswarmte aardgas is 32 MJ/m3, 6 MJ aan warmte nodig om 10 minuten warm te douchen
Antwoord: je hebt 0,19 m3 aardgas nodig om 10 minuten warm te kunnen douchen met een waterbesparende douchekop
warmte (MJ)
32
1
6
volume (m3)
1
0,03125
0,1875
Slide 9 - Slide
Helder voor iedereen?
Zo niet: kijk zometeen nog even naar voorbeeldopdracht 1
blz 89 :)
Slide 10 - Slide
Kelvin en graden Celsius
Op het absolute nulpunt (0 K) is het -273 °C
Dus,
K --> -273 --> °C
°C --> +273 --> K
Als je het niet meer zeker weet bedenk dan: kouder dan
het absolute nulpunt kan het niet zijn, en dat is gelijk aan
-273 °C, niet aan 273 °C. Dan weet je of je plus of min 273 moet doen.
Slide 11 - Slide
Reken om naar °C
273 K
1000 K
257 K
-100 K
0 K
10 K
Reken om naar K
0 °C
-272 °C
5000 °C
10 °C
21 °C
37 °C
timer
1:30
Slide 12 - Slide
Reken om naar °C
273 K --> 0 °C
1000 K --> 727 °C
257 K --> -16 °C
-100 K --> Kan niet
0 K --> -273 °C
10 K --> -263 °C
Reken om naar K
0 °C --> 273 K
-272 °C --> 1 K
5000 °C --> 5273 K
10 °C --> 283 K
21 °C --> 294 K
37 °C --> 310 K
timer
1:30
Slide 13 - Slide
Aan de slag!
Huiswerk: alle opdrachten van 6.2, ook de steropdrachten!