Ga nu aan de slag met opdracht 14.
Je gaat praten over jouw weekend volgens één van de personen die
aangegeven staan in de kolommen. Kies er 1, maar je zegt niet wie dat is.
Je klasgenoot moet er achterkomen wie jij gekozen hebt door de 5 vragen te
stellen uit de Phrases Clés C. Let op stel ze alle 5 voordat je raad! Voorbeeld:
- Tu as passé un bon weekend?
- Oui, j'ai regardé un film.
- Avec qui?
- Avec Omar
etc.