Voortplanting les 2





Voortplanting
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson





Voortplanting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Het voortplantingsstelsel van de man
  • Het voortplantingsstelsel van de vrouw
  • Menstruatie
  • Geboorteregeling
  • SOA's
  • Seksualiteit


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Een geslachtskenmerk
Hieraan herken je het geslacht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Is de baard in de keel een primair geslachtskenmerk?
A
Nee
B
ja

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Primair geslachtskenmerk bij een meisje is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Secundair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
Balzak en penis
B
Borsthaar en baardgroei
C
Schaamlippen en vagina
D
Borstgroei

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Primaire geslachtskenmerken: kenmerken die je hebt vanaf de geboorte:
  • Jongen: penis en balzak
  • Meisje: vagina en schaamlippen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Secundaire geslachtskenmerken: kenmerken die je ontwikkelt vanaf de puberteit
  • Jongen: meer spieren, baard in de keel
  • Meisje: borsten, bredere heupen en schaamhaar

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de zaadballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt het hormoon testosteron gemaakt?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de zaadballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Man
  • Prostaat en zaadblaasjes: voegen (zaad)vocht toe aan de zaadcellen
  • Zaadballen: maken zaadcellen en het hormoon testosteron

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De bouw van het mannelijk voortplantingsorgaan

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

wat is de functie van de eierstokken?
A
daar vindt bevruchting plaats
B
daar vindt productie en rijping van de eicellen plaats
C
deze vervoert de eicellen naar de baarmoeder
D
hierin ontwikkelt zich de bevruchte eicel

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet het geslachtshormoon oestrogeen?
A
Laat de eicel rijpen
B
Zorgt voor het aanmaken van baarmoederslijmvlies
C
Zorgt voor de eisprong
D
Zorgt dat het baarmoederslijmvlies los komt

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Eierstokken
Eierstokken zitten vol met onrijpe eicellen.
Deze laten vanaf de puberteit tot aan de overgang iedere maand een eicel rijpen. 
De eicel komt vrij tijdens de eisprong (ovulatie).
Een vrouw is dan vruchtbaar

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Eierstokken
Eierstokken maken ook het geslachtshormoon oestrogeen.
Oestrogeen zorgt voor het aanmaken van het baarmoederslijmvlies in de baarmoeder

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Een eicel wordt na de ovulatie niet binnen 24 uur bevrucht. Wat gebeurt er met deze eicel?
A
De eicel sterft en wordt afgebroken in de baarmoeder
B
De eicel sterft en wordt afgebroken in de eileider
C
De eicel sterft en wordt afgebroken in de eierstok
D
De eicel gaat terug naar de eierstok zodat deze bij een volgende ovulatie nogmaals gebruikt kan worden

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de eicel wanneer er een zaadcel met de kop is binnengedrongen in de eicel?
A
de eicel ontploft
B
De eicel deelt in tweeën
C
De eicel sterft af
D
De buitenste laag wordt ondoordringbaar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Zwangerschap
  • Als er na de geslachtsgemeenschap een eicel bevrucht wordt dan is de vrouw zwanger
  • De bevruchte eicel gaat zich delen en wordt een klompje cellen (embryo)
  • Het embryo gaat op de baarmoederslijmvlies zitten (innesteling)
  • Het embryo krijgt na een paar weken voeding en zuurstof door speciale organen: de placenta (moederkoek)
  • De melkklieren gaan zich ontwikkelen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De bouw van het vrouwelijk voortplantingsorgaan

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Menstruatie
De menstruatiecyclus duurt gemiddeld 28 dagen
Dag 1 - 4: baarmoederslijmvlies laat los en wordt afgestoten
Dag 14: de ovulatie (de eisprong)

Na dag 28
Niet zwanger: baarmoederslijmvlies laat los
Wel zwanger: baarmoederslijmvlies blijft dik

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Seksualiteit                      lhbtqia+
In de puberteit begint seksualiteit een grote rol te spelen en dat helpt bij het onderhouden van relaties

  • Heteroseksueel: je valt op het andere geslacht
  • Homoseksueel: je valt op hetzelfde geslacht (lesbisch of homoseksueel)
  • Biseksueel: je valt op beide geslachten
  • Daarnaast heb je nog transgender; queer; intersekse; aseksueel; +




Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Een combinatie van je geslacht, je genderidentiteit, je genderexpressie- en rol en je seksuele voorkeur is
A
Homoseksualiteit
B
Je seksuele identiteit
C
lhbtqia+
D
Uitleg van de regenboogvlag

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent Queer (de q in lhbtqia+)?
A
Iemand die zich gay gedraagt
B
Iemand die niet in een hokje geplaatst wil worden
C
Een man die graag vrouwenkleding draagt.
D
Iemand die zich niet thuis voelt in het geboren lichaam

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

lhbtqia+
De l staat hierin voor:
A
Lesbienne
B
Levenswijze
C
Liefde
D
Lucid

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Geboorteregeling
Wat kun je doen om geen kinderen te krijgen?

Onbetrouwbare methodes:
  • Periodieke onthouding (geen geslachtsgemeenschap tijdens de bevruchte periode)
  • Coitus interruptus (de man trekt zich terug uit de vrouw voor de zaadlozing)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Geboorteregeling
Betrouwbare methodes:
  • Condoom (beschermt ook tegen veel SOA's)
  • De pil 
  • Spiraaltje 
  • Hormoonstaafje 
  • Sterilisatie

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Noodmaatregelen
  • De morning-afterpil: (binnen 72 uur na geslachtsgemeenschap innemen). Dit bevat veel hormonen zodat de vrouw niet zwanger kan raken. 

  • Abortus:
     Abortuspil (tot 7 weken zwangerschap)
     Zuigcurettage (tot 13 weken zwangerschap)
     Late abortus (tot 23 weken zwangerschap)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort bij elkaar?
prikpil
condoom
spiraaltje
de pil

Slide 31 - Drag question

Extra les: Voorbehoedsmiddelen.
Welk voorbehoedsmiddel voorkomt op welke manier een zwangerschap?

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions



Voorbehoedsmiddelen
Roulatiepracticum
vul per item 1 formulier in

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je in deze lessen hebt geleerd

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je in deze lessen nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Debat
Stelling: Abortus moet legaal blijven en dus niet strafbaar.

De helft tegen; de andere helft is voor.
Ga in de groepen argumenten bedenken om dit debat te winnen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions