Een doel moet meetbaar zijn, anders kun je niet beoordelen of een doel gehaald is. Dit aspect komt overeen met SMART. Voorkom vage aanduidingen als ‘veel’, ‘weinig’, ‘minder’, ‘kleiner’. Zeg bijvoorbeeld niet: ‘de cliënt slaapt beter’, maar bijvoorbeeld: ‘de cliënt slaapt ten minste zes uur ononderbroken’.