Taalwondertjes les 2

Doel
  • Je weet wat repetitio is (herhaling)
  • Je weet enumeratio is (opsomming)
  • Je weet wat climax is
  • Je weet wat anti-climax
  • Je kunt bovenstaande herkennen in een tekst / zin.
  • Je weet wat een drieslag is
  • Herhaling pleonasme, tautologie, eufemisme, understatement, hyperbool, metafoor,  vergelijking en personificatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doel
  • Je weet wat repetitio is (herhaling)
  • Je weet enumeratio is (opsomming)
  • Je weet wat climax is
  • Je weet wat anti-climax
  • Je kunt bovenstaande herkennen in een tekst / zin.
  • Je weet wat een drieslag is
  • Herhaling pleonasme, tautologie, eufemisme, understatement, hyperbool, metafoor,  vergelijking en personificatie

Slide 1 - Slide

10. Welke zin(nen) bevat(ten) een personificatie?
A
Hij komt nooit en te nimmer meer terug.
B
De lucht schreeuwde en schreeuwde.
C
De docent had een kort lontje.

Slide 2 - Quiz

Is er sprake van een metafoor, personificatie of een vergelijking?

Wat een klier van een vent is die Peter toch!
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking
D
geen van drieën

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van personificatie?
A
Hij is zo sterk als een beer
B
Hij zou haar vast en zeker hebben betaald
C
Heel Nederlands is aan het klussen
D
Papier is geduldig

Slide 4 - Quiz

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Hij gedraagt zich als een klein kind.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 5 - Quiz

Vergelijking, metafoor of personificatie?

Het gevaar loert op elke straathoek.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 6 - Quiz

Welke zin uit het lied van Nielson bevat een personificatie?
A
Het is ijskoud.
B
Een rilling loopt een rondje op m'n rug.
C
Kunnen we een seconde terug?
D
Je zegt dat je niet langer van mij houdt.

Slide 7 - Quiz

12. Welke zin(nen) bevat(ten) een personificatie?
A
het schip danste op de golven
B
de lange verdediger versterkte de luchtmacht voorin
C
je maakt van een mug een olifant
D
geen van deze

Slide 8 - Quiz

In welke zin vind je een personificatie?
A
De wind waaide hard over het strand
B
De zon scheen fel op mijn gezicht
C
De zon streelde mijn gezicht
D
De wind fluisterde zachtjes haar naam

Slide 9 - Quiz

Lesdoel
Ik kan de stijlfiguren repetitio en enumeratio herkennen en begrijpen.

Slide 10 - Slide

Repetitio
Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een herhaling van woorden om datgene wat je zegt te onderstrepen.
Voorbeelden:
  • Uur na uur bleef het stil
  • Tijdens het kamp was het macaroni en nog eens macaroni wat we kregen
  •  Plus geeft meer, veel meer
  • I  have a dream
  •  Yes we can

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Enumeratio

Een enumeratio is een lange opsomming.

Voorbeeld:

  •  In de verte zag ik heuvels, bomen, bloemen, geiten en koeien.
  • Merel houdt van aardbeien, kersen, frambozen en bessen.
  • De premier was sloom en saai en slaapverwekkend.

Slide 13 - Slide

Drieslag (opsomming in drieën)
De naam zegt het al: er worden drie dingen opgesomd.
dit is een vaste combinatie
Voorbeeld:
  • Te land, ter zee en in de lucht.
  •  Kwik, kwek en kwak
  • met bloed...

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Climax
Dit is een opsomming die naar een hoogtepunt voert.

Voorbeeld:
Het team ging voor brons, hoopte toen op zilver, maar heeft goud gewonnen.

Jij bent de liefste van het land, van Europa, van de wereld.

Slide 16 - Slide

Anticlimax/ omgekeerde climax

Bij een anticlimax neemt de kracht of de spanning juist af.


Het is schitterend, prachtig, mooi, eigenlijk best aardig.


Het begrip 'anticlimax' wordt ook wel gebruikt als het einde van een verhaal, roman of film nogal teleurstellend is.





Slide 17 - Slide

Je hebt mensen en mensen.

Dit is een:
A
Paradox
B
Anticlimax/omgekeerde climax
C
Repetitio
D
Enumeratio

Slide 18 - Quiz

Zij begon op het vmbo, ging naar havo, toen naar het hbo en zit nu op de universiteit.
A
Repetitio
B
Opsomming in drieën
C
Enumeratio
D
Climax

Slide 19 - Quiz

'Vanavond nog lichte, vanaf morgen matige en na het weekend strenge vorst.'
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 20 - Quiz

Vroeger gold: verliefd, verloofd, getrouwd; maar hoe is dat tegenwoordig?
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 21 - Quiz

Geen gezeur: je bord leeg eten, de spullen in de vaatwasser zetten en dan snel aan je huiswerk voor morgen.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 22 - Quiz

Het vlees, de organen, de botten, de huid, de hoorns, echt alles van de koe wordt verwerkt tot producten.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 23 - Quiz

Om corona te stoppen moeten we testen, testen, testen.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 24 - Quiz