3.A Je kunt een omschrijving geven van het Bijbelse woord geloven.
3.B Je kunt uitleggen wat de vrolijke ruil van Luther inhoudt.
3.C Je kunt uitleggen wat de begrippen heiliging, navolging en bekering betekenen.
3.D Je kunt een voorbeeld geven van groeien in geloof.
3.E Je kunt verwoorden wat wordt bedoeld met goedkope genade.