Geloof en genade - H2&H3

Geloof en genade
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Geloof en genade

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen? 

  • Leerdoelen
  • Herhaling: wat vertelde Luther nou precies?
  • Gevolg: geloven, hoe doe je dat nu?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen - H2
2.A - Je kunt het begrip Reformatie uitleggen;
2.B - Je kunt twee argumenten noemen die Luther tegen de aflaat had;
2.C - Je kunt beschrijven wat het doel was van de 95 stellingen;
2.D - Je bent in staat het belang van Luther aan te geven voor de kerk;
2.E - Je kunt uitleggen waarom het lijden en sterven van Jezus Christus zwaar was.
2.F - Je kunt de kern van het Evangelie beschrijven;
2.G - Je kunt kort de inhoud weergeven van de begrippen genade,voldoening en verzoening.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe kom je volgens de RKK in de hemel?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bespreek in tweetallen:
Wanneer ben je goed genoeg voor God? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Antwoord:
Als je rechtvaardig bent, maar:
Je kunt nooit goed genoeg voor God zijn. We doen altijd zonden. Wij zijn niet perfect.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vraag:
Wat ontdekte Luther? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Antwoord:
Je moet niet rechtvaardig worden, maar die rechtvaardigheid wordt je door God gegeven! Door wat Jezus heeft gedaan.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bespreek in tweetallen:
Waarom schreef Luther de 95 stellingen?
timer
1:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Wat is de reformatie?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe belangrijk is deze man voor de kerk geweest?

Slide 12 - Slide

Innerlijke mens: Een christen is een vrij heer over alle dingen, aan niemand onderworpen.

Een christen is aan niemand onderworpen. Hij kan doen wat hij wil.

Uiterlijke mens: Een christen is een dienstvaardig knecht van allen , onderworpen aan allen

Een christen is aan elk ander mens onderworpen. Hij staat volledig in dienst van de ander. 
2.C Genade alleen
Blz. 9

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 2.2
Maak opdracht 2.3
Maak opdracht 2.7
Lees paragraaf 2.D (blz. 11)
Maak keuzeopdracht 2.9

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Nakijken:
Opdracht 2.2: 
a) Bijv. tijdens spelletjes: je roept 'genade' als je wilt dat iemand stopt
b) Genade betekent: je krijgt iets wat je niet verdient.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nakijken:
Opdracht 2.3:
a) Briefje waardoor je eerder in de hemel komt
b) Jij kunt jezelf niet in de hemel krijgen, ook niet met aflaten. Je komt alleen in de hemel door het geloof in Jezus Christus. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Nakijken:
Opdracht 2.7:
a) Relatie herstellen en samen verder leven
b) Complete betaling van schulden
c) Onze straf op de zonden moest worden betaald. Daarna konden wij ons verzoenen met God: we weten dat alles weer goed zit tussen ons. We hoeven niets extra's te doen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Nakijken:
Opdracht 2.7:
a) Relatie herstellen en samen verder leven
b) Complete betaling van schulden
c) Onze straf op de zonden moest worden betaald. Daarna konden wij ons verzoenen met God: we weten dat alles weer goed zit tussen ons. We hoeven niets extra's te doen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Nakijken:
Keuzeopdracht 2.9:
a) voldoening
b) verzoening
c) voldoening
d) voldoening

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Dus:
1. Hoe kunnen wij bij God komen? 
2. Helpen goede werken daarbij?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Terug naar de leerdoelen:
2.A - Leg het begrip reformatie uit. 
2.B - Noem twee argumenten die Luther tegen de aflaten had.
2.C - Wat was het doel van de 95 stellingen?
2.D - Waarom is Luther zo belangrijk voor de kerk?
2.E - Waarom was het lijden en sterven van Jezus Christus zwaar?
2.F - Wat is de kern van het evangelie?
2.G - Wat betekenen de begrippen genade, voldoening en verzoening?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

H3 - Geloof en navolging
Blz. 13

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen - H3
3.A - Je kunt een omschrijving geven van het Bijbelse woord 'geloven';
3.B - Je kunt uitleggen wat de vrolijke ruil van Luther inhoudt;
3.C - Je kunt uitleggen wat de begrippen heiliging, navolging en bekering betekenen;
3.D - Je kunt een voorbeeld geven van groeien in geloof;
3.E - Je kunt verwoorden wat wordt bedoeld met goedkope genade.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bespreek: met welke stelling ben jij het eens?

Een christen is volledig vrij. Hij kan doen wat hij wil.

-of-

Een christen staat volledig in dienst van de ander. 


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Antwoord van Luther:
Ze zijn allebei waar! 
Als je gelooft in Gods beloften van vergeving ben je volledig vrij.

Maar kun je dan maar doen wat je wil?
Nee, je gebruikt je vrijheid om de ander lief te hebben en voor te zorgen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Geloven = 
Vertrouwen
Doen
Groeien

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Geloven = doen:
Maak groepjes van max. 4 personen
Ga naar buiten
Doe iets met je geloof
Maak hier een foto van

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Lees paragraaf 3.B (blz. 14)
Maak opdracht 3.4 
Lees paragraaf 3.C (blz. 14)
Maak opdracht 3.6
Lees paragraaf 3.D (blz. 15)
Maak opdracht 3.8
Maak opdracht 3.9



Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de plaatjes op de volgende slide:
Welk plaatje legt volgens jou 'geloven' uit?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Mosterdzaadje
Mosterdboom

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting: geloof is...
  • vertrouwen -> relatie -> rechtvaardiging nodig 
  • doen -> navolging -> heiliging nodig 
  • groeien -> in relatie en navolging -> bekering


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Fijn weekend!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions