Het onderwerp

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Wat is nou het onderwerp?

Hoe vind ik het onderwerp?

Het onderwerp

Indeling les 

- Uitleg via LessonUp 

- verwerkingsopdracht werkboek Nederlands

Onderwerp

Het onderwerp geeft aan wie iets doet.

Ik zit op de stoel.

Wie zit op de stoel? --> ik 

                                                 ik = onderwerp

onderwerp:

Ik lust graag cake

1. lust
2. ik
3. cake
4. graag

Het onderwerp
Jij snapt dit goed

1. Jij
2. snapt
3. dit
4. goed

persoonsvorm+ onderwerp 

Wat is de persoonsvorm?

Wat is een persoonsvorm?

PERSOONSVORM

- De persoonsvorm is altijd een werkwoord

Wat is een persoonsvorm?

Er zijn 2 manieren om de persoonsvorm te vinden:

1. Maak een vraagzin
2. Verander de tijd van de zin.

Hij drinkt 6 bier op de fiets 

Persoonsvorm= 

Onderwerp (wie/wat) = 

Sleep de persoonsvorm naar de juiste plek.

3.  De docent ................. een toets.

1. Hij ........ een brief.

2. Barcelona .......... van Ajax.

5. Hij ............... altijd op de fiets naar school.

4. Carlos ................. niet van pizza.

6. Hoe ....... die jongen??

geeft

schrijft

wint

houdt

komt

heet

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Die chick

wil

een relatie.

3 minuten

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Wie

heeft

jou

gisteren

geholpen?

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Ik

loop

naar

school.

persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Mijn broer

had

een auto

gekocht.

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Mijn moeder

heeft

mijn brood

gesmeerd

nu tegelijk

onderwerp (wie/ wat?) 

persoonsvorm  (eerste werkwoord in de zin) 

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?

De persoonsvorm

het onderwerp

Morgen

willen

mijn ouders

naar het strand

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?

De persoonsvorm

het onderwerp

Mijn voetbal

is

gevallen

 in de sloot

De koning spreekt Chinees.

De koning

spreekt

Chinees

Onderwerp

persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp?

Onze kat

vindt

verse vis het lekkerste.

Persoonsvorm

Onderwerp

Werkboek Nederlands

Thema 5 Vervoer H. 4 blz. 56 t/m 60

opdracht 5 t/m 7

nakijken

Lezen in je leesboek!

Tekst