Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 8.3 De gouden eeuw
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Pak je boek van M&M en open deze op blz 58.
Slide 2 - Slide
2. Terugblik
Tijd van regenten en vorsten 1600 - 1700
De gouden eeuw
Slide 3 - Slide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je:
- dat de steden groeide in de tijd van de regenten en vorsten
- dat er veel verschil was tussen arm en rijk
- wie Michiel de Ruyter was
Slide 4 - Slide
Steeds meer handel (1)
In de 17e eeuw kochten en verkochten Europeanen met gebieden in Azië, Afrika en Amerika (Wereldeconomie).
Amsterdam werd het handelscentrum van de wereld.
Slide 5 - Slide
Stedelijke cultuur
= dat de steden heel belangrijk zijn voor het land: voor de handel, het bestuur en de cultuur.
Amsterdam was het handelscentrum van Nederland.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Stad en land
In de steden werd veel gehandeld. Dit zorgde voor een groeiende werkgelegenheid.
Steeds meer mensen vertrokken naar de stad, omdat daar veel werk te vinden was.
Ook de boeren werden steeds rijker. Zij gingen zich specialiseren.
Niet iedereen was rijk. De meeste mensen waren arm.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
De Gouden Eeuw
Alle handel bracht veel welvaart met zich mee. Dit was op allerlei manieren te merken:
In de kunst
In de wetenschap
De welvaart bleef wel beperkt tot een kleine groep mensen, de meeste Nederlanders waren arm en bleven arm.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
De Gouden Eeuw - Kunst
Door de welvaart groeide de aandacht voor Kunst.
Wereldberoemde schilders komen uit deze tijd, zoals Johannes Vermeer, Jan Steen en Rembrandt van Rijn (bekend van 'de Nachtwacht'). --> Zie de volgende dia.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 6, 7, 10, 11 en 12.
Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Als je thuis zit stuur je foto's van je gemaakte werk.
Daarna werk je aan je taak op blz 67. Daarna blz 68.