Examentraining VWO Tijdvak 6 t/m 10

WELKOM!
Examentraining VWO Tijdvak 6 t/m 10
1 / 52
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

WELKOM!
Examentraining VWO Tijdvak 6 t/m 10

Slide 1 - Slide

Planning:
Test met LessonUp per tijdvak. 
Na elke korte uitleg/test een oefenopdracht.

Slide 2 - Slide

Tijdvak 6. Regenten & vorsten
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
26. De wetenschappelijke revolutie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Drag question

Welk woord moet weg?
A
republiek
B
centralisatie
C
droit divin
D
Lodewijk XIV

Slide 5 - Quiz

Waarin onderscheidde de kunst in de Republiek ten opzichte van de andere landen zich?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Drag question

In hoeverre was de Republiek daadwerkelijk tolerant?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Welk woord moet weg?
A
Maurits
B
legeraanvoerder
C
landsadvocaat
D
stadhouder

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Drag question

Waarom werd de Beurs in A'dam opgericht als gevolg van de oprichting van de VOC?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Tijdvak 7. Pruiken & Revoluties
27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven
(verlicht absolutisme)
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
30) De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 18 - Slide

Welke drie democratische revoluties waren er in Europa in de 18e eeuw? En leg kort uit waarover deze gingen

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Drag question

Alle verlichte denkers waren atheïsten.
Waar 
Niet waar
Volgens de verlichting moest de onwetendheid licht brengen in de duisternis van de rede.
Verlichte denkers wilden alles met hun gevoel begrijpen.
De verlichting was een gevolg van de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw.
De verlichting ontstond in westerse landen.
Verlichte denkers vonden dat God niet meer moest ingrijpen in het leven.

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Drag question

Slide 25 - Slide

Deze bron is verspreidt door een abolitionist en hoeveel slaven precies aan boord waren, is niet bekend. Leg uit of deze bron betrouwbaar/representatief is.

Slide 26 - Open question

Waarom was Frankrijk (aanvankelijk) één van het eerste land dat slavernij verbood?

Slide 27 - Open question

Waarom is alleen het afschaffen van slavenhandel niet voldoende voor het afschaffen van de slavernij?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Drag question

Wat zijn de oorzaken van de industrialisatie in Groot-Brittannië?

Slide 31 - Open question

Welke begrip past hierbij?
A
vakbond
B
sociale wetgeving
C
sociale kwestie
D
democratisering

Slide 32 - Quiz

Wat was er nodig om de leef -en werkomstandigheden vd arbeiders verder te verbeteren?
A
invoering algemeen (mannen)kiesrecht
B
aanpassing districtenstelsel
C
modern imperialisme
D
einde schoolstrijd

Slide 33 - Quiz

Welke motieven zijn:

Sociaal cultureel:
Economisch:
Politiek:
Godsdienstig:
macht
christendom verspreiden
grondstoffen
Verspreiding westerse cultuur
afzetmarkt

Slide 34 - Drag question

Welke groepen streden voor emancipatie in de 19e eeuw?

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide


A
liberalisme
B
socialisme
C
confessionalisme
D
nationalisme

Slide 37 - Quiz

Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?:
"Meer vrije marktwerking, meer zelf beslissen, de overheid moet zich niet bemoeien met de economie.''
A
socialisme
B
communisme
C
conservatisme
D
liberalisme

Slide 38 - Quiz

1850 -
1917
1919
Algemeen kiesrecht
Algemeen mannen kiesrecht
Census kiesrecht

Slide 39 - Drag question

Waarom is het systeem volgens evenredige vertegenwoordiging eerlijker en democratischer?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Slide

Geef een aantal indirecte oorzaken van het uitbreken van WOI

Slide 42 - Open question

Slide 43 - Slide

Geef een aantal oorzaken van de economische crisis in de jaren '30 van de twintigste eeuw

Slide 44 - Open question

In hoeverre kan je stellen dat Hitler democratisch aan de macht is gekomen?

Slide 45 - Open question

Welk KA past hier het beste bij?

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Slide

Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
 De dekolonisatie die een eind maakte aan
de westerse hegemonie in de wereld
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme

Slide 48 - Drag question

Slide 49 - Drag question

Slide 50 - Drag question

Welke nadelen heeft een samenwerkingsverband als de EU?

Slide 51 - Open question

Welk Woord moet Weg?
A
pluriform
B
segregatie
C
assimilatie
D
integratie

Slide 52 - Quiz