Analogie stroomkringen

De Glijbaan
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Glijbaan

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De spanningsbron

Slide 3 - Slide

Draden

Slide 4 - Slide

Lampje

Slide 5 - Slide

Aftakking

Slide 6 - Slide

Weestand

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Stroomsterkte
het aantal mensen dat rondjes doet over de glijbaan
Het aantal stroomdeeltjes dat rondgaat in een stroomkring

Ampère
Nu bijvoorbeeld 50 poppetjes die rondgaan
50 Ampère
Minder deeltjes die rondgaan? minder ampère

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Spanning
Het verschil in zwembanden tussen beide zwembaden
Het verschil in energie tussen - en + deeltjes

Volt
Bij de glijbaan 2 Volt

Slide 11 - Slide

De Glijbaan

Slide 12 - Slide

Wat zou er gebeuren als ieder poppetje opeen 4 banden meeneemt?
A
De stroomsterkte gaat omhoog
B
De spanning gaat omhoog

Slide 13 - Quiz

Hoe zat het ook alweer?
Stroomsterke= Aantal geladen deeltjes (aantal poppetjes) meten in Ampère

Spanning = Verschil in energie tussen de deeltjes (aantal zwembanden) meten in Volt

Slide 14 - Slide

Wat gebeurt er met de lampjes op de glijbaan als ieder poppetje 6 banden zou meenemen?
A
Ze branden heel fel
B
Ze branden minder fel

Slide 15 - Quiz

Banden worden verdeelt over de lampjes

Slide 16 - Slide

Wat zou er gebeuren als er opeens 200 meer poppetjes waren die van de glijbaan gaan?
A
De lampjes branden even fel
B
De lampjes branden feller

Slide 17 - Quiz

Stroomsterkte omhoog
-Meer geladen deeltjes langs een lampje = feller branden

-Zowel verhoogde spanning als verhoogde stroomsterkte --> feller lampje

Slide 18 - Slide

Waar hangt de totale hoeveelheid energie vanaf die door een stroomkring wordt vervoerd?
A
Stroomsterkte
B
Spanning
C
Stroomsterkte & Spanning

Slide 19 - Quiz

Werking spanningsbron

Slide 20 - Slide

Zonder spanningsbron geen elektrische stroom 

Slide 21 - Slide

Spanningsbronnen in serie
Totale spanning = 3,0 V

Slide 22 - Slide

Aan de slag
Maak van hoofdstuk 4 heel paragraaf 2 online

Slide 23 - Slide