overzicht chromatografie en massaspectrometrie 5Vsk2

samenvattend
Chromatografie
massaspectrometrie
1 / 44
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

samenvattend
Chromatografie
massaspectrometrie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

herhaling analyse
Chromatografie 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Polaire binding
Apolaire binding
OH binding
CO binding
CH binding
NH binding
HH binding

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Polaire molecuul
Apolair molecuul
Waterstof
Methaan
Methanol
Waterstofchloride
Koolstofdioxide
Water

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Voorkennis: Waterstofbruggen
  • Een waterstofbrug is simpelweg een sterke dipool-dipool binding.
  • Bij OH-groep of NH-groep
  • Er zijn ook waterstofbrug ontvangende atomen (bv F)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

papierchromatografie of dunnelaag chromatografie (TLC)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

verdelingsconstante
Welke van de vlekken heeft de hoogste Kv?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoogste Kv?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Bij kolom-chromatografie worden stoffen gescheiden door de stoffen in een 'kolom' met stationaire fase-materiaal te gieten. 
Stoffen die goed hechten aan de stationaire fase, komen er later vanaf. In het plaatje: blauw is het langzaamst.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

chromatografie is een analyse methode waarbij gescheiden wordt op basis van...(meerdere antwoorden mogelijk)
A
oplosbaarheid van de stof in de loopvloeistof
B
adsorptie van de stof aan de stationaire fase
C
polariteit van de stof en van de loopvloeistof
D
hydrofoob/hydrofiel zijn van de stof en van de stationaire fase

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Gaschromatografie
  • Analysemethode veelgebruikt bij geneesmiddelen en geurstoffen
  • Lijkt op papierchromatografie!
  • Bevat ook een stationaire en een mobiele fase

Slide 11 - Slide

De tijd die een stof nodig heeft om van het injectie punt naar de detector te gaan heet de retentietijd
Kwalitatief vs Kwantitatief
  • We kunnen twee dingen uitvinden met gaschromatografie!
  • Een kwalitatief resultaat dat laat zien welke stof aanwezig is.
  • Een kwantitatief resultaat dat aanduid hoeveel van een bepaalde stof aanwezig is

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Analyse met gaschromatographie
Het signaal op de detector word verzonden naar een computer die er een gaschromatogram van maakt.

Slide 13 - Slide

  • De detector registreert waneer een een bestanddeel van van het mengsel voorbij komt en sent een signaal door.
  • Uit het patroon van de pieken is op te maken uit hoeveel en welke componenten het mengsel bestaat
  • Het piekoppervlak is een maat voor de hoeveelheid stof die de detector passeert. Hieruit is dus een mol verhouding te bepalen.
De stationaire fase van de kolom was
A
hydrofoob
B
hydrofiel

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

stationaire fase hydrofoob of hydrofiel
pentaan (5 C)) is sneller uit de kolom dan heptaan (7C) . Heptaan is apolairder (hydrofober) dan pentaan. Dus stationaire fase is hydrofoob 

Slide 15 - Slide

  • De detector registreert waneer een een bestanddeel van van het mengsel voorbij komt en sent een signaal door.
  • Uit het patroon van de pieken is op te maken uit hoeveel en welke componenten het mengsel bestaat
  • Het piekoppervlak is een maat voor de hoeveelheid stof die de detector passeert. Hieruit is dus een mol verhouding te bepalen.
Wanneer de stationaire fase polair is...

A
bereikt een hydrofobe stof eerder de detector dan een hydrofiele stof
B
bereikt een hydrofiele stof eerder de detector dan een hydrofobe stof

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

druk op het luidsprekertje voor toelichting
Je ziet twee pieken, dus twee verschillende stoffen: een mengsel

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wanneer je gaschromatografie als kwantitatieve analysemethode toepast...
A
gebruik je de hoogtes van de pieken
B
gebruik je de breedtes van de pieken
C
gebruik je de oppervlaktes onder de pieken
D
gebruik je de retentietijden van de pieken

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

druk op het luidsprekertje voor toelichting

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

samenvattend: eigenschappen belangrijk bij chromatografie
bepalend voor de scheiding/retentie tijd zijn:
- stationaire fase en loopvloeistof of draaggas
- polariteit en/of hydrofiliciteit van de stoffen
denk aan: soort zoekt soort! 
polair blijft langer bij de polaire fase
polair: bijv -OH of -NH
(zoek het eventueel op, verschil in elektronegativiteit, Binas 40A)
apolair: C-H en aromatisch (ringstructuren, alleen VDW)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Geef de volgorde waarin de onderstaande stoffen uit een polaire kolom komen.
Als 1e
Als 2e
Als 3e
Als 4e
Als 5e
Propaan
Pentaan
Ether
Ethanol
Ethaan-1,2-diol

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Maak kloppend door groot of klein in te vullen:
1. De oplosbaarheid van een stof die hoog op een papierchromatogram eindigt is ...
2. Het absorptievermogen van die stof is ...
A
1. Groot, 2. Groot
B
1. Groot, 2. Klein
C
1. Klein, 2. Klein
D
1. Klein, 2. Groot

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Maak kloppend door groot of klein in te vullen:
1. De retentietijd van een stof die goed hecht aan de stationaire fase is ...
2. De retentietijd van hexaan op een polaire kolom is ...
A
1. Groot, 2. Groot
B
1. Klein, 2. Klein
C
1. Groot, 2. Klein
D
1. Klein, 2. Groot

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

 Massaspectrometrie
Wat is een massaspectrometer?
Hoe gebruik je massaspectrometrie voor kwalitatieve en kwantitatieve bepalingen?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Massaspectrometer
  • Een stof wordt in de vacuümkamer geïoniseerd door een elektronenbundel:
  • M + e- -> M+ + 2 e-
  • Er ontstaan positieve ionen, M+.
  • Deze ionen zijn onstabiel en vallen uiteen in fragmenten

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Massaspectrometer
  • De geladen deeltjes worden door een elektrisch veld versneld
  • Ze worden aan het einde gedetecteerd
  • Doordat de massa van de fragmenten verschilt, verschilt ook de versnelling:
  • Grotere massa's doen er langer over dan lichtere massa's

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

In het massaspectrum van pentaan, C5H12, komt ook een piek voor bij een m/z waarde van 29. Door welk fragmention kan deze piek veroorzaakt zijn? Ga uit van een lading van fragmentionen van z = 1+.
A
CH3+
B
C2H5+
C
C4H9+
D
COH+

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Massaspectrometrie mbv Binas 39D
Hier kun je uithalen welke fragmenten zijn afgesplitst

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Massaspectrometrie mbv Binas 39D
Hier kun je uithalen welke fragmenten in het spectrum staan (dus waarvan de m/z gemeten zijn)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Broomatomen komen in de natuur voor als verschillende isotopen (zie Binas 25A). Wanneer we enkele microliters van de stof broom in een massaspectrometer onderzoeken, kunnen we in het resulterende spectrum pieken verwachten bij m/z waarden van...(uitgaande van z = 1+)
A
alleen bij 79 en 81
B
bij 79, 81, 158 en 162
C
bij 79, 81, 158, 160, 162
D
ik heb geen idee

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Massaspectrum van Br2
  • Br-79 en Br-81
  • Voorkomen in natuur:
    50,7 en 49,3 %
  • Komt overeen met dit spectrum
  • 158: Br-79 Br-79
  • 160: Br-79 Br-81 en Br-81 Br-79
  • 162: Br-81 Br-81

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Kwantitatieve analyse
  • De piekhoogte is recht evenredig met de hoeveelheid van dat deeltje.
  • Gebruik bij isotopen: Br-79 en Br-81 hebben verschillende massa, dus ook andere piek.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Waar verwacht je pieken bij Cl2? Er bestaan Cl-35 en Cl-37 isotopen

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Massaspectrum van Cl2
  • Cl-35 en Cl-37
  • Voorkomen in natuur:
    75% en 25 %
  • Komt overeen met dit spectrum
  • 70: Cl-35 Cl-35
  • 72: Cl-35 Cl-37 en Cl-37 en Cl-35
  • 74: Cl-37 Cl-37

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Dit is het massaspectrum van.....(zoek het molecuulion)
A
ethaan
B
ethanol
C
propaan
D
propanol

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

De piek bij m/z = 31 wordt veroorzaakt door....
A
C2H5+
B
C2H7+
C
CH2OH+
D
CH2OH

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions




wat is de massa van het molecuul-ion?
A
3.5
B
100
C
72
D
73

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

molecuul-ion = m/z = 72
Een “gek” verschijnsel is dat er een piek met massa M+1 voorkomt. De piek M+1 wordt veroorzaakt door de isotopen 13C en 2H. 
Ca. 1% van alle C-atomen is  13C . Van alle H-atomen is slechts 0,01% de isotoop 2H.
Deze piek is dus meestal erg klein, niet groter dan 1% van het molecuul-ion.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Er is ook een piek bij m/z = 27.
Welke groep heeft een massa van 72-27
èn past bij het profiel tot nu toe?
Binas 39D
kijk welk fragment kan horen bij een m/z van 45
A
m = 45, dit komt overeen met -COOH
B
m/z = 27, dit komt overeen met -C=C-
C
m = 45, dit komt overeen met CH3CH3CH3
D
m/z = 27, dit komt overeen met C2H3

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

oplossing
m=72 u in totaal
er zit een -OH en een -COOH in
de -OH is onderdeel van de -COOH
Als de -COOH afsplitst, hou je 72-45 = 27 over
Als er verder C's en H's inzetten:
CH3-CH2-(COOH) zou m/z 29 geven
2 u minder, dus 2 H minder dus: CH2=CH-(COOH) 
tip
-COOH
CH2=CH-COOH 
propeenzuur

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

welke opdrachten van H10 bespreken?

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

welke opdrachten van H10 bespreken?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

als er tijd over is...
maak uit oefenboekje opdracht 8 en 9

Slide 44 - Slide

This item has no instructions