Week 18 Voorbereiden op een reflectieverslag + Taalverzorging 3.2 Leestekens

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling werkwoordspelling (3x) - voorbereiden op herkansing
Herhaling: Taalverzorging 3.1 Hoofdletters

Taalverzorging: 3.2 Leestekens: Nieuwe theorie + even samen oefenen + opdrachten in Nu Nl.
Schrijven 2.4 Verslagen Studie & Beroep: Theorie: Voorbereiden op een reflectieverslag + opdracht (via je docent)


Hoog tempo!

Slide 3 - Slide

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 4 - Slide

In die scherpe bocht ...... mijn vader de vaart. (verminderen, tegenwoordige tijd)
A
vermindert
B
verminderd

Slide 5 - Quiz

De coach ...... ons team naar de overwinning (leiden, verleden tijd)
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
lijden

Slide 6 - Quiz

Onze club heeft zich voor de finale ..... (kwalificeren, voltooide tijd)
A
gekwalificeert
B
gekwalificeerd

Slide 7 - Quiz

Hij liep met de ......... kippen naar de koelcel. (zelf bepalen)
A
geslachte
B
geslachtte
C
geslachten
D
geslachtten

Slide 8 - Quiz

Welke woorden moeten met een hoofdletter?

de coureur reed zijn rondjes op het circuit van zandvoort.

Slide 9 - Open question

Welke woorden moeten met een hoofdletter?

geachte heer van duist,
't is gek maar waar.....

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Goed of fout?
Ik wil deze ongare, smakeloze cake niet eten.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

Goed of fout?
Als je wint, heb je vrienden.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Verbeter de interpunctie:
het eerste wat je in supermarkten vaak ziet zijn, sigaretten

Slide 23 - Open question

Reflecteren

Slide 24 - Slide

Waarover zou je
kunnen reflecteren?

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Slide

Reflecteren
Voordat je een reflectieverslag kan schrijven, moet je goed nadenken over wat je hebt gedaan en geleerd.

Alleen als je weet hoe het gaat, weet je wat je moet behouden en wat je moet verbeteren.

Slide 27 - Slide

Waarom vinden werkgevers 
reflecteren belangrijk?
• Je leert van je eigen gedrag
• Je leer van je eigen fouten
• Je haalt meer uit jezelf

Slide 28 - Slide

Wat zijn de voordelen van goede zelfkennis?

1. Het maakt de samenwerking met andere mensen eenvoudiger.
2. Iemand die zichzelf beter kent is meestal minder gevoelig voor kritiek en opmerkingen van een ander.
3. Zelfkennis maakt het gemakkelijker om van je fouten te leren en nieuwe keuzes te maken.
4. Je weet waar je kracht ligt en waar jouw zwakke punten liggen.

Slide 29 - Slide

kwaliteiten_opdracht
toevoegen
Opdracht

Slide 30 - Slide

Zoek een foto of afbeelding waarin jij je sterke punten of talent herkent.

Slide 31 - Open question

De STARTT-methode
Door met behulp van de STARTT-methode terug te kijken op belangrijke ervaringen/gebeurtenissen binnen de BPV/ op school, kun je meer betekenis geven aan
die ervaringen en gebeurtenissen. 
STARR
Situatie
Taak
Actie
Resultaat
Reflectie

Slide 32 - Slide

Opdracht STARR
Stap 1: vorm een drietal en verdeel de rollen: A, B en C.
Stap 2: Persoon A begint met vragen stellen aan persoon B en persoon C
schrijft op wat er gezegd wordt. Dit rouleert drie keer.

Let op: Als jij degene bent die aan de beurt is om de vragen stellen wees dan
niet te snel tevreden. Het doel van de opdracht is om zoveel mogelijk
informatie te verzamelen over de ervaringen van jezelf en van de ander.

Slide 33 - Slide

Rollenspel STARR-reflectie
Op de vragenlijst die je hebt gekregen van je begeleider, staan een heel
aantal vragen. Deze vragen zijn als volgt per thema opgebouwd:
Situatie: je beschrijft zo goed mogelijk wat er is gebeurd.
Taak: je beschrijft wat er van jou werd verwacht.
Opdracht: hoe pakte jij het aan, wat heb je gedaan?
Resultaat: hoe is het afgelopen?
Reflectie: wat ging goed, wat kon beter? Wat ga je anders doen?
Toepassen: wat wil je leren en wie heb je daarbij nodig
timer
30:00

Slide 34 - Slide

Nabespreking
  • Is duidelijk wat reflecteren is?
  • Vind je reflecteren zinvol?
  • Welke dingen vielen op in jullie gesprekken?
  •  Wat heb je over jezelf geleerd?
  • Wat moet je verbeteren?

Slide 35 - Slide

Aan de slag!

Slide 36 - Slide