2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging (3)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

DKT2G

Wat gaan we doen

Even herhalen

Bespreken C2.3

CDA/CU

Afmaken/nakijken 2.3

Leerdoel:

Je kan beschrijven hoe burgers invloed hebben op de landelijke

politiek.

Wat is de oppositie?

1. De partijen die in de regering zitten
2. De partijen die niet in de regering zitten

Het nieuwe kabinet is gevormd.
Wie zitten er in het kabinet?

1. Minister president Rutte
2. Ministers en Staatssecretarissen
3. De Tweede Kamer
4. Ministers en de Koning

Regering

Houdt toezicht op regering 

Parlement

Ministers

koning

Eerste Kamer

Tweede Kamer

Bestuur Nederland 1815-1848

Gelijkheid 

Geloof 

Vrijheid 

Regering moet weinig doen aan arbeidersomstandigheden

Regering moet ingrijpen arbeidersomstandigheden. 

Kerk zorgt voor de armen, hoeft regering niet te doen. 

Liberalen

Socialisten 

Confessionelen 

Formatie betekent:

1. het vormen van een nieuw kabinet
2. de uitslag van de verkiezingen
3. het opheffen van een kabinet
4. alle volksvertegenwoordigers bij elkaar

Wat hoort bij elkaar? Sleep de taken naar de juiste personen

Minister-president

Ministers

Regering

Parlement

Zitten in de regering

Is samen met de regering de baas

Bestuurt het land

Leidt de regering

Invloed van burgers

Behalve via verkiezingen kunnen mensen nog meer invloed hebben

Referendum: volk vragen wat ze van een bepaald onderwerp vinden

Invloed van burgers

• Burgers kunnen demonstreren
• Actiegroepen -> meer dan 40.000 handtekeningen? -> tweede kamer moet het dan bespreken